3.3 Planten

3.3 planten
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.3 planten

Slide 1 - Diapositive

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Uitleg planten en de indeling.
Zelfstandig werken. 

Slide 2 - Diapositive

leerdoel

3.3.6 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 3 - Diapositive

De rijken

Slide 4 - Diapositive

planten
Rijk: planten.

cellen:
  • Celkern
  • Bladgroenkorrels
  • Celwand. 


Slide 5 - Diapositive

Ordening
Planten deel je in twee groepen op basis van de manier van voortplanten

Twee groepen:
  • Sporenplanten
  • Zaadplanten

Slide 6 - Diapositive

sporenplanten
  • Hebben wortels, stengels en bladeren maar geen bloemen.

  • Planten zich (net zoals schimmels) voort doormiddel van sporen. 

  • We verdelen sporenplanten weer verder in mossen en varens

Slide 7 - Diapositive

Sporen
Enkelvoud = Spore

<- Mos
Mosplantjes groeien erg dicht bij elkaar en hebben "sporendoosjes" op steeltjes.

Slide 8 - Diapositive

Sporenhoopjes
Een varen is ook een sporenplant en is goed te herkennen aan de bladeren.

De sporen ontstaan in de sporenhoopjes aan de onderkant van de bladeren.

Slide 9 - Diapositive

zaadplanten
Hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.

Voortplanting vind plaats met zaden.

Slide 10 - Diapositive

Voortplanting zaadplant
Zaadplanten hebben bloemen, waaruit vruchten met zaden ontstaan.
Uit een zaad kan weer een nieuwe plant groeien.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

overzicht

Slide 13 - Diapositive

Spore
Sporenhoopje
Sporendoosje
Sporenplant
Zaadplant
Cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan
Aan de onderkant van het blad waarin bij varens sporen ontstaan
Op een steeltje waarin bij mossen sporen ontstaan
Een groep planten met bloemen
Een groep planten zonder bloemen

Slide 14 - Question de remorquage

Zelfstandig werken
Wat?  Lees blz. 171 en 172 en maak opgave 1 t/m 8
Hoe?  Je mag fluisterend overleggen binnen je groep.
Hulp? Boek, buur bureau
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.
Klaar? Vraag om een nakijkblad. 
timer
5:00

Slide 15 - Diapositive