§5.1 migratie in de wereld

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

§5.1 Migratie in de wereld

Boeken op tafel.

Neem NIET deel!

Kaartvaardigheden toets:

29 mei: 3L 30 mei: 3J

Lesdoelen 

• Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
• Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
• Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren. 

Nu

Schrijf de begrippen in je schrift op.

Wereldwijd 250 miljoen migranten 

Binnenlandse migratie:

verhuizen binnen land

Buitenlandse migratie:

verhuizen ander land

Migratiepatroon
Mensen vestigen zich in een ander land en vanuit je moederland noem je deze mensen emigrant

->  Iemand die een land verlaat om zich elders te vestigen.

In het land waar mensen zich vestigen vanuit een ander land heten deze mensen immigranten

->  Iemand die een land binnenkomt om zich daar te vestigen.

Nederland is voor immigranten een....

1. vertrekgebied
2. vestigingsgebied

Waarom migreren mensen?

     Waarom migreren mensen?

• Economische redenen: arbeidsmigranten (grootste groep), internationale studenten
• Sociale redenen: gezinsmigranten (gezinsvorming en gezinshereniging)
• Politieke redenen: vluchtelingen

Ecologische redenen

Natuurrampen

overstromingen, tornado's, 

aardbevingen etc.  

Wat is het verschil tussen gezinsvorming en gezinshereniging?

Aspiraties en mogelijkheden

Waar komen migranten vandaan?

Middeninkomenlanden zoals:

Mexico, Marokko, Turkije en de Filipijnen

hoge opleiding 

niet uit de arme families.

 

Leg in je eigen woorden uit wat er wordt bedoelt met dit woord: aspiraties
Geen idee? Zoek het op online, hou hierbij rekening met de context van deze paragraaf

Welke mensen uit die landen?

1. jonge mensen 
2. hoger opgeleid 
3. mensen met geld 
4. mensen met contacten 

Kettingmigratie en migratienetwerken

Kettingmigratie: gestarte migratie leidt tot meer migratie

Waarom leidt eenmaal gestarte migratie vaak tot méér migratie? Geef hiervan een voorbeeld

Migratie vindt niet plaats vanuit de allerarmste gebieden, maar vanuit gebieden waar mensen voldoende aspiraties en mogelijkheden hebben om te vertrekken

1. Waar
2. Niet waar

Na deze les heb ik de volgende vraag:

Aan de slag 

Volg de studieplanner en maak de opdrachten van §5.1  Controleer je antwoorden zelf. Huiswerk voor volgende week.