H7 7.5 Slavernij in de 18e eeuw: vervoer, uitbuiting, verzet en verbod

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

7.5 Slavernij  

Slavernij in de 18e eeuw:

• vervoer
• uitbuiting
• verzet
• verbod

Leerdoel

• Wat is slavernij en waarom ontstaat het?


• Trans-Atlantische slavenhandel
• Suriname
• Betrouwbaarheid en interpretatie van bronnen
• Abolitionisme

7. Pruiken en Revoluties

Kenmerkend Aspect

Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

Slavernij

Slavernij

Europese landen veroveren Afrika, Azië en Amerika.

-> wereldeconomie.

18e eeuw: uitbouw plantagekolonies

Producten: Rietsuiker, koffie, tabak en katoen.

Indianen bezwijken aan verschillende ziektes of worden uitgemoord.

-> worden arbeidskrachten uit Afrika gehaald,

Driehoekshandel

Trans-Atlantische slavenhandel

Afrikanen waren handelswaar en geen mensen.

Per overtocht overleed ongeveer 15%

Geen vers drinkwater of voedsel

Besmettelijk ziektes

Psychische klachten

WIC (West- Indische Compagnie): opgericht in 1621 -> driehoekshandel

1648: fort Elmina overgenomen van de Portugezen.

Na 1648: WIC ruicht zich geheel op de slavernij.

Slavernij in Suriname

1667: vrede met Engeland

--> ruil: Suriname voor New York

Plantageeconomie al aanwezig

Nederlanders bouwen verder uit (suikerriet)

Lijfstraffen normaal (geseling).

Suriname -> pluriforme bevolking: Indianen, Creolen (slaven geboren in Suriname, later iedereen met Afrikaanse voorouders), Mulatten (blank en donker gemengd) en blanken.

Manumissie:

het verkrijgen van je vrijheid als slaaf. Vaak tegen betaling.

Abolitionisme = beweging tegen de slavernij.

1772 In G-B vindt de rechtszaak van Somerset plaats. (Zie TVG).

Abolitionisten vonden dit een stap in de goede richting.

• Verlichtingsdenkers: Voltaire en Rousseau
• Vooruitstrevende Christenen.

Tegenstander: iedereen die verdiende aan de slavernij.

Daarnaast voelde het Europese volk zich superieur aan andere volkeren,

1807: Wet op afschaffing slavenhandel.

1814 stemt Nederland in met een internationaal verbod op slavenhandel.

1833 G-B schaft slavenhandel slavernij af.

1863 In Suriname werd de slavernij afgeschaft.

Vanuit de overheid komt er een vergoeding van 300 gulden per slaaf.

Daarnaast moeten de bestaande slaven nog 10 jaar voor hun voormalige eigenaar blijven werken.