Paragraaf 4.3/4.4: De evolutietheorie/ Evolutie in populaties
Welkom!
Leg je spullen klaar:
Laptop
Biologieboek
Schrift voor aantekeningen
Pen
Mobiel in de kluis!
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Leg je spullen klaar:
Laptop
Biologieboek
Schrift voor aantekeningen
Pen
Mobiel in de kluis!
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
HAVO:
Homeostase Julian en Jasmijn
Bezig met PO (geef jouw onderwerp in een regelschema weer) of de opdrachten van paragraaf 5.2
VWO:
Bespreken verschillen en overeenkomsten virussen, bacteriën en schimmels
Uitleg paragraaf 4.3/4.4: De evolutietheorie/ Evolutie in populaties
Slide 2 - Diapositive
Paragraaf 4.3: De evolutietheorie
Thema 4
Basisstof 4
Slide 3 - Diapositive
Lesdoel
Ik kan verschillen noemen tussen het creationisme, de evolutietheorie van Lamarck en de evolutietheorie van Darwin
Ik kan uitleggen wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt
Slide 4 - Diapositive
Feit of fabel:
De mens stamt af van de neanderthalers
Slide 5 - Diapositive
Feit of fabel:
Zonder verschillende allelen was evolutie niet mogelijk
Slide 6 - Diapositive
Feit of fabel:
Slangen hebben benen
Slide 7 - Diapositive
Feit of fabel:
De mens is klaar met evolueren
Slide 8 - Diapositive
Feit of fabel:
De mens heeft onbruikbare organen
Slide 9 - Diapositive
Paragraaf 4.4: Evolutie in populaties
4.4 Evolutie in populaties
Slide 10 - Diapositive
Evolutietheorieën
Creationisme:
de aarde en organismen zijn geschapen
sommige organen te ingewikkeld om door evolutie te zijn ontstaan --> intelligente schepper
Lamarck (1744-1829):
eigenschappen veranderen tijdens leven individu
veranderde eigenschap wordt doorgegeven
Darwin (1809-1882):
On the origin of species (1859) --> evolutietheorie
Gregor mendel (1822-1884)
DNA bevat alle erfelijke eigenschappen
Voor het eerst ontdekt in 1871
Structuur pas ontdekt in 1953
Slide 11 - Diapositive
Evolutie (neodarwinisme)
Verschillen in genotypen door mutaties --> ontstaan allelen --> genetische variatie
Natuurlijke selectie = organismen met gunstige eigenschappen overleven en hebben meer kans om zich voort te planten dan organismen met 'ongunstige eigenschappen'
Survival of the fittest = Organismen die beter kunnen overleven, kunnen zich voortplanten. Hierdoor gaat een soort steeds beter passen in zijn omgeving
Overerving van de 'goede eigenschappen'
Slide 12 - Diapositive
Evolutie (neodarwinisme)
Selectiedruk = invloed van milieufactoren op genetische variatie.
hoger --> minder variatie
lager --> overleving voor iedereen makkelijker
To fit = passen, aanpassen (Engels)
Fitness = voortplanting geschiktheid doordat het organisme het beste is aangepast.
- Ik kan verschillen noemen tussen het creationisme, de evolutietheorie van Lamarck en de evolutietheorie van Darwin.
- Ik kan uitleggen wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt
Schrijf kort een antwoord bij elke vraag --> 3 min
Bespreek daarna met je buurman en vul aan --> 3 min
Slide 15 - Diapositive
Waardoor ontstaat genetische variatie?
Slide 16 - Question ouverte
Beschrijf de selectiedruk in het ontstaan van een lange nek bij een giraffe.
Slide 17 - Question ouverte
Welke drie uitgangspunten ondersteunen de neodarwinistische evolutie theorie.
Slide 18 - Question ouverte
Hoe ontstaan volgens de neodarwinistische evolutietheorie nieuwe soorten?
Slide 19 - Question ouverte
Paragraaf 4.4: Evolutie in populaties
Slide 20 - Diapositive
Lesdoel
Ik kan uitleggen hoe allelen in een populatie overerven.
Slide 21 - Diapositive
Begrippen
Genenpool
Allelfrequentie
Constante allelfrequenties
Veranderende allelfrequenties
Seksuele selectie
Slide 22 - Diapositive
Wat is een soort?
Slide 23 - Carte mentale
Wat is een populatie?
Slide 24 - Carte mentale
Soort en Populatie
Organismen die veel op elkaar lijken, hoeven niet tot dezelfde soort te behoren.
Soort; organismen die samen vruchtbare nakomelingen krijgen
Populatie; een groep organismen van dezelfde soort in een gebied
Slide 25 - Diapositive
Belangrijke definities
Populatie = Alle individuen van een soort die in een bepaald gebied leven en onderling voortpanten
Genenpool is een verzameling van alle genen in een populatie
Allelfrequentie is hoe vaak een bepaald allel in een populatie voorkomt
Slide 26 - Diapositive
Wat is een allel?
Slide 27 - Carte mentale
Constante Allelfrequenties
geen selectiedruk,
allelen worden op een willekeurige manier doorgegeven
Hoe vaker een allel voorkomt in een populatie, hoe groter de kans is dat dit allel wordt doorgegeven
Veranderende Allelfrequenties
mutatie die voordelig is
wel selectiedruk
Seksuele selectie; bepaalde eigenschappen beïnvloeden de voortplantingskans.
Slide 28 - Diapositive
Sommige allelfrequenties zijn stabiel (bloedgroepen bij mensen).
Veel allelfrequenties worden beïnvloedt door gebeurtenissen.
Specifieke richting -> Evolutie
Door toeval
Slide 29 - Diapositive
Stel dat....
- Populaties volledig gescheiden zijn
- Ze groot genoeg zijn
- Er geen evolutie optreedt - Allelen hebben dus geen specifiek voordeel
Dan blijkt dat de allelfrequenties in populaties constant blijven
(voorbeeld bij mensen is oogkleur of bloedgroep)
Slide 30 - Diapositive
Evolutie
Mutaties zorgen voor nieuwe varianten van genen (allelen), vooral als deze dominant zijn zal snel worden geselecteerd op het positieve/nadelige effect.
Waarom bij vooral bij dominante allelen?
Slide 31 - Diapositive
Evolutie
Als een eigenschap voordeel oplevert voor overlevingskans, zorgt natuurlijke selectie voor survival of the fittest
In sommige gevallen levert een eigenschap alleen voordeel op voor de voortplantingskans* dan spreken we van seksuele selectie
Slide 32 - Diapositive
Genetic drift
- Puur toevalsproces:
Afzondering van een kleine sub-populatie die genetisch verschilt ten opzichte van de oorspronkelijke populatie (Founder-effect: vb. migratie ; Flessenhalseffect: rest van populatie sterft door bijv. natuurramp)
De sub-populatie groeit uit
Slide 33 - Diapositive
Sommige allelfrequenties zijn stabiel (bloedgroepen bij mensen).
Veel allelfrequenties worden beïnvloedt door gebeurtenissen.
Specifieke richting -> Evolutie
Door toeval -> Genetic Drift
Slide 34 - Diapositive
Evolutie
Micro- binnen soort
Macro-
onstaan nieuwe soorten
Co-
Als organismen met elkaar mee evolueren. Bijv. giftigheid bij planten en tolerantie bij rupsen.
(Hbn Hbs)
Slide 35 - Diapositive
Lesdoelencheck:
Kan ik:
- kan ik uitleggen hoe allelen in een populatie overerven?
Maak voor jezelf een overzicht van hoe allelen overerven en welke factoren hier invloed op uitoefen (5 min)
Slide 36 - Diapositive
Aan de slag!
VWO
Paragraaf 4.3: opdracht 14 t/m 24
Paragraaf 4.4: opdracht 29 t/m 39
Klaar: Verdiep je nog meer in de stof op Biologiepagina.nl