BB Spelling blok 3 en 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Deze keer bij Spelling

• je/jij achter het werkwoord
• meervoud zelfstandige naamwoorden
• verkleinwoorden
• trema / iën of ieën
• samenstellingen 
• tussenletters
• meeste of meesten

(Fietsen) jij graag in de regen?

1. fiets
2. fietst
3. fietsen
4. fietstte

(Worden) jij vaak met de auto naar school gebracht?

1. wort
2. word
3. worden
4. wordt

Welke is FOUT?

1. acties
2. accu's
3. buizen
4. vraagen

Wat is het verkleinwoord van:

* jongen

* afdeling

* auto

* taxi

* pony

* A4

Trema?
financieel

1. Ja
2. Nee

Trema?
financien

1. ja
2. nee

Verschillende meervoudsvormen

Meervoud op –iën, –ieën of –eën 

• Met klemtoon op ie: –ieën (knieën) 
  
• Zonder klemtoon op ie: –iën (koloniën) 

fantasie

1. fantasien
2. fantasieën
3. fantasiën

Bij welke zijn beide goed gespeld?

1. auto-ongeluk autoalarm
2. autoongeluk auto-alarm
3. auto-ongeluk auto-alarm
4. autoongeluk autoalarm

Tussenletters

- en -

- e - 

- s -

-en-

-e-

-s-

boek

+

tas

dorp

+

straat

Kies A, B, C of D.
De (...) leerlingen waren opgelucht; slechts (...) moesten hun verslag opnieuw inleveren.

1. meeste, enkele
2. meeste, enkelen
3. meesten, enkele
4. meesten, enkelen

Beide(n) zijn getrouwd en hebben kinderen.

1. beide
2. beiden

De chocoladeletters waren beide(n) gebroken.

1. beiden
2. beide