Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
WELCOME
Slide 1 - Diapositive
Today's lesson
Reading
Repeat grammar
Grammar kahoot
U6L4
Slide 2 - Diapositive
Read your book for 10 min
Slide 3 - Diapositive
Homework: vocabulary U6L3
Slide 4 - Diapositive
adjectives & adverbs
word order
Slide 5 - Diapositive
Adjectives & adverbs
Bijv. naamwoorden & bijwoorden
Slide 6 - Diapositive
Adjectives = bijv naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
That is an amazinggirl.
Slide 7 - Diapositive
Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een anderbijwoord, eenbijvoeglijk naamwoordof dehele zin.
Mary singswonderfully.
Slide 8 - Diapositive
Hoe maak je een bijwoord?
Bijvoeglijk naamwoord + LY
Slide 9 - Diapositive
DUS...
Ron is a carefuldriver (zegt iets over zelfst. naamw. dus geen -ly)
Ron drivescarefully (zegt iets over hoe hij iets doet, dus + ly)
Slide 10 - Diapositive
Word order
adverbs of time, place, manner, frequency
Slide 11 - Diapositive
Adverbs of time & place
Ezelsbruggetje?
Slide 12 - Diapositive
Adverbs of place
Plaats in de zin?
Achteraan, maar vóór de tijdbepaling
(ezelsbruggetje!)
Ik was gisteren in Groningen
I was in Groningen yesterday
Slide 13 - Diapositive
Adverbs of manner
Zegt iets over hoe iets gebeurt. Zegt iets over een werkwoord, een bijwoord, een bijv. naamwoord.
I'm very angry with you right now
He left the shop quietly
Slide 14 - Diapositive
Adverbs of manner
Zegt het iets over een bijv naamwoord of bijwoord? Dan komt het woord daar direct voor:
I'm very angry with you right now (zegt iets over angry)
My uncle drives reallydangerously (zegt iets over dangerously)
Slide 15 - Diapositive
Adverbs of manner
Zegt het iets over een werkwoord? Dan aan het eind van de zin OF voor het hoofdwerkwoord:
He left the shop quietly (zegt iets over hoe hij vertrok)
We nervously waited for the train (zegt iets over hoe we wachtten)
Slide 16 - Diapositive
Adverbs of frequency
Geven aan hoe vaak iets gebeurt, bijv. always, never, often, sometimes, usually etc
Slide 17 - Diapositive
Adverbs of frequency
Waar in de zin?
Voor het hoofdwerkwoord, maar na een vorm van to be: