H3P1 licht en schaduw

3.1 licht en schaduw
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.1 licht en schaduw

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
3.1.1 Je kunt het verschil tussen directe en indirecte lichtbronnen benoemen.
3.1.2 Je kunt lichtstralen tekenen.
3.1.3 Je kunt het verschil tussen drie soorten lichtbundels uitleggen.
3.1.4 Je kunt de schaduw construeren van een voorwerp waar licht op valt.

Slide 2 - Diapositive

lichtbronnen
je hebt directe lichtbronnen dit zijn dingen waarvan licht direct van af komt.

dingen die licht weerkaatsen maar zelf dus niet de bron zijn noemen we indirecte lichtbron.

Slide 3 - Diapositive

De maan is een indirecte lichtbron
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

lichtstralen
Een lichtbron straal lichtstralen uit. 

Je tekent lichtstralen als rechte lijnen met een pijl erin. De pijl in de lijn geeft de richting van het licht aan. 

Teken lichtstralen altijd met een liniaal of een geodriehoek.

Slide 5 - Diapositive

lichtbundels
Veel lichtstralen samen noem je een lichtbundel.

Je hebt 3 soorten lichtbundels:
-evenwijdige lichtbundel
-divergente lichtbundel
-convergente lichtbundel

Slide 6 - Diapositive

evenwijdige lichtbundel.
De afstand tussen de lichtstralen in zo’n lichtbundel blijft gelijk.

Ze lopen dus recht uit de bron.

Denk bijvoorbeeld aan lasers.

Slide 7 - Diapositive

divergente lichtbudel
Divergeren betekent uit elkaar gaan.
De lichtstralen lopen steeds verder uiteen van de bron.

Denk bijvoorbeeld aan schijnwerpers

Slide 8 - Diapositive

convergente lichtbundel
Convergeren betekent naar elkaar toe bewegen.

De lichtstralen bewegen vanuit de bron steeds meer naar elkaar toe naar 1 punt. 

Denk bijvoorbeeld aan een vergrootglas.

Slide 9 - Diapositive

opdracht 6-7-8-9 (BLZ 140-141)

timer
6:00

Slide 10 - Diapositive

schaduw
De schaduw is het gebied waar de lichtstralen niet kunnen komen.

Aan de rand van de schaduw komen licht en schaduw tegen elkaar. De lichtstralen die nog net langs de tafel gaan, heten de randstralen.

Slide 11 - Diapositive

Je schijnt met een zaklamp op een witte muur. Voor de muur hangt een kunststof blokje.

Op welke plek(ken) zie je een schaduw?
A
P
B
Q
C
R

Slide 12 - Quiz

opdracht  1 t/m 15 ( 138 t/m 144)

Slide 13 - Diapositive