2022 De Verzorgingsstaat v2

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

a. Wat is geen pijler van de verzorgingsstaat ?
A
sociale zekerheid
B
voldoende huizen om in te wonen
C
goede gezondheidszorg
D
goed onderwijs

Slide 2 - Quiz

b. 1. Een sociaal grondrecht is niet afdwingbaar bij de rechter.
2. De sollicitatieplicht is een plicht, die bij niet nakomen geld kost.
A
1= juist, 2=onjuist
B
1&2 zijn beiden juist
C
1=onjuist, 2= juist
D
1&2 zijn beiden onjuist

Slide 3 - Quiz

c. Wat is geen sociaal grondrecht ?
A
goed leefmilieu
B
het briefgeheim
C
voldoende woongelegenheid
D
voldoende werkgelegenheid

Slide 4 - Quiz

f. Wat is een verzorgingsstaat?
A
De overheid zorgt voor een minimumuitkering
B
de overheid zorgt actief voor welvaart en het welzijn van burgers
C
Mensen zorgen voor elkaar
D
Er is sprake van hoge zorguitgaven

Slide 5 - Quiz

g. Wie zijn de hoofdrolspelers in de verzorgingsstaat ?

Slide 6 - Carte mentale

2.1. Wat is een nachtwakersstaat?
A
Een staat die de burgers goed in het vizier heeft
B
Ongeveer hetzelfde als de Verzorgingsstaat
C
Een staat die helemaal niets doet
D
Een staat die alleen ingrijpt wanneer het nodig is

Slide 7 - Quiz

2.2. In een nachtwakersstaat.....
A
.... doet de overheid niet veel meer dan handhaving van de rechtsorde
B
... beperkt de overheid zich tot het sturen van de vrije markt economie
C
... is de overheid zeer alert op misstanden in de samenleving
D
... hebben alleen rijke mensen wettelijk recht op zorg

Slide 8 - Quiz

2.3. Wat is een nachtwakersstaat?
A
Samenleving waarin men laat naar bed gaat
B
Samenleving waarin de overheid voor welzijn en welvaart zorgt
C
Samenleving waarin de staat alleen voor de openbare orde zorgt
D
Samenleving waarin de staat alleen voor het welzijn, maar niet voor de welvaart zorgt

Slide 9 - Quiz

2.4. Een doel van sociaal-democratie is?
A
Gelijkwaardigheid
B
Eerlijke verdeling van inkomens
C
Respect voor het Woord van God (de Bijbel)
D
Bedrijven zomin mogelijk belastingen opleggen

Slide 10 - Quiz

2.5 Belangrijke waarden voor de sociaal-democratie zijn...
A
Economische vrijheid en geloof.
B
Gelijkwaardigheid en solidariteit.
C
Naastenliefde en samenwerking.
D
Persoonlijke vrijheid en gelijkwaardigheid.

Slide 11 - Quiz

2.6 Bij welke stroming past deze uitspraak?
“Welvaart moet beter verdeeld worden.”

A
Het liberalisme.
B
De sociaal-democratie.
C
christen democratie
D
ecologische stroming

Slide 12 - Quiz

2.7 Liberalisme
A
vrije markt
B
grondwet
C
gelijke rechten
D
burgers met invloed

Slide 13 - Quiz

2.8 Liberalisme
A
Stroming die streeft naar zo groot mogelijke vrijheid.
B
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
C
Democraten 66.
D
Stroming die uitgaat van de bijbel (het evangelie).

Slide 14 - Quiz

2.9. Het 'liberalisme' is voor een.....
A
Actieve overheid
B
Overheid die te hulp schiet als het nodig is
C
Passieve overheid
D
de overheid is als een vangnet

Slide 15 - Quiz

2.10 Welk uitgangspunt hoort bij het christen-democratie?
A
Duurzaamheid
B
nationalisme
C
gespreide verantwoordelijkheid , naastenliefde
D
kleine rol overheid

Slide 16 - Quiz

2.11 Wat is geen belangrijke waarde van de christen democratie ?
A
gelijkheid
B
rentmeesterschap, zorg voor de aarde
C
naastenliefde
D
de bijbel

Slide 17 - Quiz

2.12 Christen-democratie komt vooral op voor...
A
... gezinnen met kinderen
B
... mensen met weinig geld
C
... werkende burgers
D
... achterstandswijken

Slide 18 - Quiz