Pensioen Hans

met pensioen
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapskundePraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

met pensioen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen

Aan het einde van de les:


- weet je wat 'pensioen' is.

- kun je uitleggen waarom 
   het belangrijk is voor later.






  Doelen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding

Quiz

Aan de slag!

Gezamenlijke afsluiting in aula 


  Wat gaan we doen?
(11:30 uur vertrekken)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  Inleiding

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het woord pensioen heb je vast wel eens gehoord.
Maar wat betekent het eigenlijk?
Vertel wat jij al weet over pensioen.
timer
1:00
met pensioen

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordat je met pensioen gaat, 
heb je al veel levensfasen doorlopen.
Kijk mee naar het filmpje op de volgende dia.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

  De levensfasen van de mens zijn:
oudere

Slide 8 - Diapositive

bron:https://leeftijdsfases.jouwweb.nl/levensfases-van-de-mens
Jongvolwassenheid 
(18-40 jaar): 
In deze fase richten mensen zich vaak op hun carrière, relaties en het stichten van een gezin. Ze ontwikkelen een stabielere identiteit en levensstijl.
Middelbare leeftijd 
(40-65 jaar): 
Mensen evalueren vaak hun leven en maken soms grote veranderingen. Ze kunnen te maken krijgen met de zorg voor oudere ouders en het voorbereiden op hun eigen pensioen.
Ouderdom 
(65+ jaar):
Dit is een periode van reflectie en aanpassing aan een nieuwe levensstijl na pensionering. Mensen kunnen te maken krijgen met gezondheidsproblemen, maar ook genieten van meer vrije tijd en familie.
De drie fasen van het volwassen zijn...

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar leef je van als je later niet meer werkt?
Wat denk jij? Schrijf het op.
timer
1:00

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

  Quiz

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke leeftijd
mag je nu met pensioen?
A
65 jaar
B
67 jaar
C
69 jaar
D
71 jaar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gaat mijn AOW in?
Als u in Nederland woont of werkt, heeft u vanaf een bepaalde leeftijd recht op een basispensioen: AOW. 
De AOW-leeftijd is gekoppeld aan de levensverwachting en kan daarom in de loop van de jaren stijgen. 
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-ouderdomswet-aow/vraag-en-antwoord/wanneer-gaat-mijn-aow-in

Slide 13 - Diapositive

website:https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-ouderdomswet-aow/vraag-en-antwoord/wanneer-gaat-mijn-aow-in

AOW staat voor =
A
Abnormale Ouderenwet
B
Algemene Overeenkomstwet
C
Algemene Ouderdomswet
D
Algemene Ontzagwet

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene
Ouderdoms
Wet
https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene
Ouderdoms
Wet
=  het basispensioen        van de overheid.
De overheid is een organisatie die een land bestuurt. Zoals de gemeente, de provincie of het Rijk.

Slide 16 - Diapositive

website:https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort
Je krijgt dus geld van het Rijk.

De overheid is een organisatie die een land bestuurt. Zoals de gemeente, de provincie of het Rijk.

Slide 17 - Diapositive

website:https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort
https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort#storyline-2
Je krijgt AOW als je :
- de AOW-leeftijd hebt bereikt.
- in Nederland woont of werkt.

Slide 18 - Diapositive

https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort#storyline-2
https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort#storyline-2
De AOW-leeftijd hangt af 
van de geboortedatum.

Slide 19 - Diapositive

https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort#storyline-2
Maar.... 

belangrijk is dat:

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jullie zijn nog jong. De leeftijd waarop jullie met pensioen mogen wordt t.z.t. berekend.

Wat betekent: t.z.t. ?
A
te zonde tot
B
tegen die tijd
C
tot zo tevergeefs
D
te zijner tijd

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke leeftijd mag jij t.z.t.
met pensioen denk je?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

De AOW-leeftijd wordt .... jaar
van tevoren bekend gemaakt.
A
10
B
5
C
3
D
1

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort#storyline-3
50 jaar voor de AOW-leeftijd 
begin je met 'sparen'.

Ieder jaar bouw je 2% op,
als je in Nederland woont/werkt.

Dan heb je na 50 jaar 100% AOW opgebouwd.

Slide 25 - Diapositive

https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort#storyline-3
https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort#storyline-4
Hoeveel AOW je krijgt hangt af van:

- woon je alleen of samen met iemand?
- heb je altijd in Nederland gewoond of gewerkt?

Slide 26 - Diapositive

https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort#storyline-4

Als je buiten Nederland hebt gewoond of gewerkt, dan heb je niet altijd AOW opgebouwd. Je krijgt dan een lagere AOW.


Voor elk jaar dat je niet in Nederland woont of werkt krijg je 2% minder AOW.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort#storyline-6
Je kunt naast de AOW een ander pensioen hebben opgebouwd,
bijvoorbeeld bij je werkgever 
of door zelf te sparen.


Slide 28 - Diapositive

https://www.svb.nl/nl/aow/storyline-aow-in-het-kort#storyline-6

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je inkomsten komen dus anders 'binnen'.
Soms komt het voor dat je je uitgaven 
hierop moet aanpassen.



inkomsten
uitgaven

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

inkomsten
uitgaven
= geld dat je verdient met werken.
= geld dat je uitgeeft, zoals ... 
beantwoord de vraag op de volgende dia

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorbeelden van uitgaven?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

inkomsten
uitgaven
= geld dat je verdient met werken.
= geld dat je uitgeeft, zoals ... boodschappen, apparatuur, abbonement, kleding, etc.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar geef jij het liefste je geld aan uit?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar spaar jij voor?

We maken een spaarpot.

  Aan de slag!

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
Opdracht:

De spaarpot heeft 6 vlakke kanten.

- gebruik één vlak voor je naam.

- teken op de andere vlakken 
   waar jij voor spaart.





  Waar spaar jij voor?
timer
25:00

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  Evaluatie

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen

Doelen gehaald?


- Ik weet wat 'pensioen' is.

- Ik leg uit waarom 
   het belangrijk is voor later.






  Evaluatie

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vond de les...
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions