Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Thema 3: Erfelijkheid en evolutie
Slide 1 - Diapositive
Planning voor vandaag
Start van de les
Vragen vorige basisstoffen
Uitleg basisstof 7
Vragen LessonUp
Huiswerk maken/leren
Slide 2 - Diapositive
Bij konijnen komen verschillende vachtkleuren voor, zoals een donkere vacht en een vachtkleur die ’Himalaya-type’ wordt genoemd. Het gen voor donkere vachtkleur is dominant (A). De stamboom in afbeelding 6 geeft de overerving van de vachtkleur in een konijnenfamilie weer. Geef de genotypen van konijn 1, 2 en 3.
A
1 = AA / 2 = AA / 3 = aa
B
1 = Aa / 2 = AA / 3 = aa
C
1 = Aa of AA / 2 = Aa of AA / 3 = aa
D
1 = Aa / 2 = Aa / 3 = aa
Slide 3 - Quiz
Natuurlijke selectie is noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Is de verandering van rups naar vlinder een vorm van evolutie?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
verandering van het genotype kan ontstaan door
A
meiose
B
mitose
C
mutatie
D
celverandering
Slide 6 - Quiz
Hoofdhaar groeit bij de kruin een bepaalde kant op (zie afbeelding). De groeirichting is erfelijk bepaald. Het gen voor de groeirichting naar rechts is dominant (G).
Een man en een vrouw krijgen een kind. De man is heterozygoot voor de groeirichting van het haar. Bij de vrouw groeit het haar naar links.
Maak het kruisingsschema.
Moeder
Vader
G
g
g
g
Gg
Gg
gg
gg
Slide 7 - Question de remorquage
Met de informatie uit de afbeelding hieronder kan nu het genotype van de F2 generatie worden bepaald. Vul het kruisingsschema in.
Moeder
Vader
H
H
h
h
Hh
Hh
HH
hh
Slide 8 - Question de remorquage
Nummer 5 en 6 in de stamboom zijn beiden heterozygoot voor het gen dat taaislijmziekte veroorzaakt. Ze krijgen nog een dochter.
Hoe groot is de kans dat deze dochter geen taaislijmziekte heeft?
Sleep het vinkje naar het goede antwoord.
0%
25%
50%
75%
100%
Slide 9 - Question de remorquage
Basisstof 7: verwantschap
Slide 10 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt toelichten wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie
Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en die samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap
Slide 11 - Diapositive
Fossielen
Versteende overblijfselen van organismen of afdrukken in gesteente
Door de grondlaag waarin het fossiel gevonden is kan de leeftijd bepaald worden
Slide 12 - Diapositive
Verwantschap
Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap
Zoeken naar verwantschap door te kijken naar overeenkomst in:
de bouw van organen
processen in cellen
samenstelling van stoffen in cellen
Slide 13 - Diapositive
Overeenkomst bouw organen
Slide 14 - Diapositive
Rudimentaire organen
Slide 15 - Diapositive
Rudimentaire organen
Slide 16 - Diapositive
Evolutionaire stamboom
Slide 17 - Diapositive
Evolutionaire stamboom
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Zijn alle soorten waarvan fossielen worden gevonden uitgestorven?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quiz
Wat is geen rudimentair orgaan?
A
Het heupbeen bij een walvis
B
De blinde darm bij de mens
C
Het staartbotje bij een kat
D
Het staartbeen bij de mens
Slide 21 - Quiz
Wat zijn rudimentaire organen
A
Organen die dezelfde bouw hebben maar een andere functie
B
Organen die dezelfde functie hebben, maar apart van elkaar zijn ontstaan
C
Organen die dezelfde functie hebben, maar niet dezelfde bouw
D
Organen die we door aanpassingen aan het milieu niet meer nodig hebben
Slide 22 - Quiz
Een verwantschapsschema
In de afbeelding is in een verwantschapsschema de afstamming van een aantal soorten weergegeven.
Welke soort is eerder ontstaan, soort 3 of soort 7?
A
soort 3
B
soort 7
Slide 23 - Quiz
de stof met de erfelijke informatie
een verandering in de erfelijke informatie
proces waarbij een cel zich opsplits in twee nieuwe cellen
ontstaan van nieuw organisme met eigen genotype vanuit uit twee geslachtscellen met ieder hun eigen enkelvoudige genen
de zichtbare erfelijke eigenschappen
alle informatie over de erfelijke eigenschappen
een stukje van een chromosoom (of een stukje DNA) met informatie over één erfelijke eigenschap
een streng DNA waarin de informatie van meerdere erfelijke eigenschappen zit
Dat wat je van je ouders aan eigenschappen hebt meegekregen