3HVA - 15 APRIL

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

I know the difference between comparatives and superlatives.
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Beschrijf hier kort het verschil.

Slide 3 - Question ouverte

Ik weet hoe ik een superlative en comparative maak van een bijvoeglijk naamwoord 'adjective'.
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Sondage

Ik weet hoe ik een superlative en comparative maak van een bijvoeglijk naamwoord 'adjective'.

Slide 5 - Question ouverte

Comparatives and superlatives
Woorden van 1 lettergreep:
- Comparative: -er
- Superlative: -est
old
older
oldest

Slide 6 - Diapositive

Comparatives and superlatives
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Comparative: more
- Superlative: the most
expensive
more expensive
the most expensive

Slide 7 - Diapositive

Astrology is .... in Dutch
A
sterrenbeeld
B
astrologie
C
bijgeloof

Slide 8 - Quiz

To pray betekent gebed in het Nederlands
Klopt.
Niet helemaal.

Slide 9 - Sondage

What is the difference between superstitious en superstition?

Slide 10 - Question ouverte

Exit ticket:
1. Wat heb je geleerd vandaag?
2. Wat vond je leuk/niet leuk aan de les
3. Wat vond je nuttig aan de les?

Slide 11 - Question ouverte