H1 Persoonsvorm

De persoonsvorm
Hoe vind je de persoonsvorm?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

De persoonsvorm
Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 1 - Diapositive

Hoe vind je persoonsvorm in een zin?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

Ik heb nog eens goed
nagedacht.

De persoonsvorm is: …

Slide 4 - Question ouverte

Toeristen smullen van de griezelige verhalen.

De persoonsvorm is: …

Slide 5 - Question ouverte

Gisteren beantwoordde hij de brief.
De persoonsvorm is..........

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in de zin:
In zijn vrije tijd gaat Kees graag crossfietsen.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Harald en Tim zijn goede vrienden.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Onze klas heeft een actie voor het goede doel georganiseerd.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Een goede vriendschap duurt meestal jaren.

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Waar heb jij die leuke tas gekocht?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Van wie is die groene tandenborstel?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Waarom geeft de buurman een feestje?

Slide 13 - Question ouverte

'Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.'
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 14 - Quiz

Benoem de persoonsvorm in de volgende zin:
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
wat
B
is
C
de persoonsvorm
D
in

Slide 15 - Quiz

De jongste dochter was op vakantie met het vliegtuig.

A
De persoonsvorm is dochter
B
De persoonsvorm is was
C
De persoonsvorm is vakantie
D
De persoonsvorm is het

Slide 16 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de zin?
persoonsvorm
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze

Slide 17 - Question de remorquage

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 18 - Question de remorquage

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is de persoonsvorm van de volgende drie zinnen? Sleep het juiste woord naar het juiste nummertje.
1.

2.

3.
1.
2.
3.
Mijn vader
gaf
mij
vijf euro.
Emmanuel
en
Mark
gaan
voetballen.
Heb
jij
het huiswerk
af?

Slide 20 - Question de remorquage

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien