Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Microscopie
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welke onderdelen zitten er op een microscoop?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is de functie van een microscoop?
Door het gebruik van een microscoop kun je hele kleine objecten die met het blote oog niet goed te zien zijn, bestuderen. De microscoop vergroot een object veel meer dan een loep.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Vergroting berekenen
Oculair X Objectief
Voorbeeld: Oculair = 10x, Objectief = 40x
Hoeveel is de vergroting?
Slide 7 - Diapositive
Een oculair dat 5x vergroot in combinatie met een objectief dat 15x vergroot geeft een totale vergroting van?
A
55
B
20
C
15
D
75
Slide 8 - Quiz
Wat is de functie van de vacuole?
A
Geeft stevigheid aan de plantencel
B
Maakt de voedingsstoffen voor de plant
C
Nieuw weefsel maken
D
Vervoeren van opgeloste stoffen
Slide 9 - Quiz
Wat is de plantencel?
timer
0:20
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 10 - Quiz
Wat is een celwand?
A
Dat is een stevig laagje om een dierlijke cel
B
Dat is een stevig laagje om een plantaardige cel
C
Dat is een stevig laagje om de menselijke cel
D
Dat is een stevig laagje om de plant./dierl. cel
Slide 11 - Quiz
Wat is de vacuole?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 12 - Quiz
Een dierlijke cel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels