Ramadan
De Ramadan is een periode van....
A
Nadenken
B
Iets doen voor anderen
C
Geen ruzie maken
D
Niet roddelen
1 / 11
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
De Ramadan is een periode van....
A
Nadenken
B
Iets doen voor anderen
C
Geen ruzie maken
D
Niet roddelen
Slide 1 - Quiz
Slide 2 - Diapositive
Hoelang duurt de Ramadan?
A
10 dagen
B
2 weken
C
3 weken
D
30 dagen
Slide 3 - Quiz
Wat doe je bij de Ramadan
A
Vuurwerk afsteken
B
Naar de kerk gaan
C
Verkleden
D
Niet eten overdag
Slide 4 - Quiz
Wat is er belangrijk tijdens de Ramadan?
A
Bidden
B
Vasten
C
Niet vloeken
D
Antwoord A+B+C
Slide 5 - Quiz
Wat versterkt de ramadan vooral?
A
Alle drie
B
Zelfdiscipline
C
Saamhorigheid
D
Medeleven met armen
Slide 6 - Quiz
Hoe wens je iemand een fijne ramadan?
A
Ramadan moebarak
B
Salam alaikum
C
Eid moebarak
D
Inshallah
Slide 7 - Quiz
De Ramadan begint als ....
A
Als het voor de negende keer nieuwe maan is.
B
Als het buiten
10 graden is.
C
Als het voor de zesde keer nieuwe maan is.
D
de Imaam zegt dat
het is.
Slide 8 - Quiz
Wat is Ramadan?
A
Een feestdag voor de geboorte
van de profeet Mohammed.
B
Een feestdag voor
het einde het vasten.
C
Een maand van vasten en spirituele groei voor moslims.
D
Een dag van vasten voor mensen van alle religies.
Slide 9 - Quiz
Wat is juist? Tijdens de Ramadan....
A
mag je helemaal niet eten en drinken
B
mag je altijd drinken,
eten mag als het donker is
C
mag je alleen als het donker is eten en drinken
D
mag je alleen als het licht is eten en drinken
Slide 10 - Quiz
Met wat wordt de ramadan afgesloten?
A
offerfeest / eid ul adha
B
umrah
C
vuurwerk
D
suikerfeest / eid ul fitr
