Betoog (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

WELKOM 

bij Nederlands 

Wat gaan we vandaag doen?

• Herhaling vorige les
• Artikelen zoeken bij je onderwerp
  
• Wat weet je al van het betoog? (quizje)

Vorige les 

STAP 1: 

Je hebt een van de volgende onderwerpen en een standpunt gekozen:

• Chat GPT (AI)
• Aardbevingen in Groningen 
• Bitcoin
• Doping
• TikTok 

Vandaag 

STAP 2:

Zoek drie artikelen over jouw onderwerp (zie NRC, Trouw, Volkskrant, etc.).

STAP 3:

Vat elk artikel in een paar zinnen samen.

(Welke argumenten worden er gebruikt?)

Voorbeeld

Onderwerp: TikTok

Standpunt: TikTok is waardevol voor de maatschappij.

Korte samenvatting: 

Mensen zijn bang dat de 

Chinese overheid hun informatie misbruikt.

Maar het blijkt dat TikTok zijn gebruikers 

niet meer bespioneert dan andere sociale 

media doen.

Artikel 1 

Wat is een betoog?
Een betoog is...

1. Tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
2. Tekst waarin iemand je probeert te activeren om iets te doen
3. Tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
4. Tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden

standpunt

standpunt

argument

argument

dus

want

Voorbeeld

Standpunt: TikTok is waardevol voor de maatschappij.

Argument: Het is leerzaam. (Ik leer bijvoorbeeld dansjes.)

TikTok is waardevol voor de maatschappij WANT het is leerzaam (ik leer bijvoorbeeld dansjes).

TikTok is leerzaam (ik leer bijvoorbeeld dansjes) DUS het is waardevol voor de maatschappij.

Wat is het tekstdoel van een betoog?


Met je betoog probeer je iemand te .....

1. amuseren
2. activeren
3. informeren
4. overtuigen

Wat zijn argumenten?

1. Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
2. Woorden die de mening van de schrijver aangeven
3. Een onderbouwing van de reden waarom je iets doet of niet doet
4. Voorbeelden die gegeven worden in de tekst

Wat is er onjuist over een betoog?
Een betoog...

1. bevat de mening van de schrijver.
2. bevat argumenten.
3. is subjectief.
4. is objectief.

Argumenten:

• zijn objectief wanneer ze feitelijk zijn (controleerbaar).
• zijn subjectief wanneer ze een mening of gevoel bevatten.