Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Extra oefenen werkwoorden: PV-tt PV-vt en VD
werkwoordspelling
Extra oefenen werkwoorden:
12 zinnen met de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv-tt)
12 zinnen met de persoonsvorm verleden tijd (pv-vt)
12 zinnen met het voltooid deelwoord (vd)
1 / 41
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
werkwoordspelling
Extra oefenen werkwoorden:
12 zinnen met de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv-tt)
12 zinnen met de persoonsvorm verleden tijd (pv-vt)
12 zinnen met het voltooid deelwoord (vd)
Slide 1 - Diapositive
12 zinnen PV-TT
Nu volgen 12 zinnen in de tegenwoordige tijd.
Je noteert alleen de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. DUS het werkwoord wat op de lijntjes moet komen.
Slide 2 - Diapositive
1. bidden
Mijn oma ____________________________ voor iedere maaltijd.
Slide 3 - Question ouverte
2. worden
Vanmiddag __________________________ de ouders gebeld.
Slide 4 - Question ouverte
3. miauwen
Onze kat __________________________ heel hard rond etenstijd.
Slide 5 - Question ouverte
4 melden
In de ochtend ___________________________ ik me altijd op school.
Slide 6 - Question ouverte
5. opruimen
Kevin ____________ altijd zijn kamer ________________.
Slide 7 - Question ouverte
6. trouwen
Mijn oom en tante _____________ vandaag in Eindhoven.
Slide 8 - Question ouverte
7. eisen
De advocaat _____________ medewerking van de verdachte.
Slide 9 - Question ouverte
8. verhuizen
_____________________ jij morgen al?
Slide 10 - Question ouverte
9. doden
De leeuw ____________________ zijn prooi als ze hem zien.
Slide 11 - Question ouverte
10. praten
Ik _________________ regelmatig met de docent.
Slide 12 - Question ouverte
11. huilen
De baby’s _________________________ elke avond.
Slide 13 - Question ouverte
12. pompen
De brandweer _____________________ het water uit de sloot.
Slide 14 - Question ouverte
12 zinnen PV-VT
Nu volgen 12 zinnen in de VERLEDEN TIJD.
Je noteert alleen de persoonsvorm in de VERLEDEN tijd.
DUS het werkwoord wat op de lijntjes moet komen.
Slide 15 - Diapositive
1. werken PV-VT
De metselaars __________________________ snel door.
Slide 16 - Question ouverte
2. bereiken PV-VT
Gelukkig _____________________ alle deelnemers het eindpunt.
Slide 17 - Question ouverte
3. bezoeken PV-VT
Het meisje ______________________ haar geboortestad.
Slide 18 - Question ouverte
4. reizen PV-VT
De president _______________________ de hele wereld rond.
Slide 19 - Question ouverte
5. voeden PV-VT
De boer _____________________ de varkens gisteren om 8 uur.
Slide 20 - Question ouverte
6. braden PV-VT
Mijn moeder ______________________ het vlees op een laag pitje.
Slide 21 - Question ouverte
7. oefenen PV-VT
De leerlingen __________________ het theaterstuk.
Slide 22 - Question ouverte
8. verhuizen PV-VT
De verhuizers ______________________ de bergen dozen.
Slide 23 - Question ouverte
9. afwachten PV-VT
De mannen _______________ vorige week de uitslag _____.
Slide 24 - Question ouverte
10. likken PV-VT
De hond ______________________ zijn etensbak schoon.
Slide 25 - Question ouverte
11. kiezen PV-VT
De leerling ____________________ een mooie pen.
Slide 26 - Question ouverte
12. betalen PV-VT
________________________ jouw vader de kosten van het kamp?
Slide 27 - Question ouverte
12 zinnen VD
Nu volgen 12 zinnen in VOLTOOID DEELWOORD.
Je noteert de alleen persoonsvorm in VOLTOOID DEELWOORD.
DUS het werkwoord wat op de lijntjes moet komen.
Slide 28 - Diapositive
1. wandelen VD
Tijdens de vakantie heb ik veel ____________________.
Slide 29 - Question ouverte
2. verkopen VD
De overburen hebben gisteren hun huis _________________.
Slide 30 - Question ouverte
3. wonen VD
Vrienden van ons hebben 3 jaar in Zweden _______________.
Slide 31 - Question ouverte
4. gooien VD
Hij heeft de bal te ver naar links ___________________.
Slide 32 - Question ouverte
5. halen VD
Heb jij je zusje al van school __________________?
Slide 33 - Question ouverte
6. fietsen VD
Zij heeft de hele weg alleen naar huis _______________.
Slide 34 - Question ouverte
7. inlichten VD
Het journaal heeft mij ________________ over de korting bij AH.
Slide 35 - Question ouverte
8. samenvatten
Hij heeft de tekst goed ________________________.
Slide 36 - Question ouverte
9. verhuizen VD
De jongen heeft zijn spullen vorige week _________________.
Slide 37 - Question ouverte
10. afstaan VD
Sommige ouders hebben op jonge leeftijd hun kind _________.
Slide 38 - Question ouverte
11. helpen VD
Ze hebben de oude mensen ___________________.
Slide 39 - Question ouverte
12. beroven VD
Gelukkig zijn we onderweg niet _________________ .
Slide 40 - Question ouverte
Dit was de oefening!
Slide 41 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
nederlands
Primary Education
Nederlands BBL en KBL taalverzorging spelling van werkwoorden 1
Janvier 2021
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Werkwoordspelling
Septembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
C7 keuzeles 2kgt
Novembre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3K2 H3 Taalverzorging les 1 : ww-spelling
Janvier 2022
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Vraag 8 - grammatica
Novembre 2020
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
spelling
Avril 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2