Opdrachten leerdoelen 7 en 8

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Opdrachten leerdoelen 7 en 8

Sandra heeft haar cijfers voor wiskunde in een frequentietabel gezet.
Hoeveel keer haalde Sandra het cijfer 7?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Sandra heeft haar cijfers voor wiskunde in een frequentietabel gezet.

Hoeveel toetsen heeft ze gehad?

1. 4
2. 10
3. 26
4. 9

Sandra heeft haar cijfers voor wiskunde in een frequentietabel gezet.

Welk cijfer is de modus?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

Welke kleur is de modus?

1. blauw
2. rood
3. geel
4. er is geen modus

Van een midgetgolfbaan wordt het aantal slagen bijgehouden. Deze staan in de frequentietabel.

Bepaal de modus.

1. 23
2. 66
3. 65 en 66
4. er is geen modus

In de tabel staan de resultaten van een proefwerk Frans.

Welk cijfer is de modus?

1. 7
2. 9
3. 8
4. Er is geen modus

Arjan heeft voor wiskunde de volgende cijfers gehaald:
8 6 6 7 4.

Reken het gemiddelde cijfer voor wiskunde van Arjan uit.

Sas heeft in klas 2A een frequentietabel gemaakt van de cijfers op het rapport voor het vak Engels.

Hoeveel leerlingen zitten er in klas 2A?

1. 4 + 5 + 6 + 7 + 8 = 30
2. 1 + 6 + 8 + 7 + 3 = 25

Bereken het gemiddelde rapportcijfer door het totaal van de cijfers te delen door het aantal leerlingen.

In de frequentietabel staan de gewichten van pasgeboren kalfjes.

Om hoeveel kalfjes gaat het?

1. 8
2. 42
3. 200
4. 26

Bereken het totale gewicht van deze kalfjes samen.

1. 1028
2. 42
3. 200
4. 2600

Bereken het gemiddelde gewicht in kilogrammen.

Tip: gebruik de antwoorden van de vorige 2 opdrachten.

Bij een viswedstrijd is het aantal gevangen vissen per deelnemer geteld.

Hoeveel deelnemers vingen 5 vissen?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Bij een viswedstrijd is het aantal gevangen vissen per deelnemer geteld.

Welk aantal vissen heeft de kleinste frequentie?

1. 0
2. 8
3. 2
4. 11

Bij een viswedstrijd is het aantal gevangen vissen per deelnemer geteld.

Bereken het gemiddelde aantal vissen per deelnemer. Rond af op een geheel getal.

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

De juf van een peuterspeelzaal heeft de schoenmaten van haarzelf en de peuters opgeschreven.

Welke schoenmaat heeft de juf?

1. 27
2. 40
3. 37
4. 39

De juf van een peuterspeelzaal heeft de schoenmaten van haarzelf en de peuters opgeschreven.

Welke schoenmaat is de modus?

1. 22
2. 23
3. 25
4. 24

Bereken de gemiddelde schoenmaat van de hele groep.

Sluit deze les en open 'Test leerdoelen 7 en 8' om te kijken of je deze leerdoelen beheerst. 

Succes!