Unit 9.2 - Present Perfect

Unit 9 - Vocabulary
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Unit 9 - Vocabulary

Slide 1 - Diapositive

Seating Plan: Mavo 2g
Yessin
Lynn
Damian
Christiaan
Rojin
Daniel
Kaan
x
Benjamin
Tyler
Jesse
x
Mila
Amber
Nova
Dida
Dinand
Jack
Amber
x
Linus
Tijs
Luca
Mels
Lisa
Gijs
Laura
Mees
DOCENT

Slide 2 - Diapositive

Seating Plan: Mavo 2e
Yessica
Thibeau
Jaya
x
Magdi
Valerie
x
x
Benyamin
Inaya
x
Eli
Jelle
x
Isabel
Koen
x
Lynde
Lenka
x
Guus
Fabienne
Madelief
Yasser
Lena
Max P
x
x

DOCENT

Slide 3 - Diapositive

Weektaak: TODAY
  • Unit 7 review
  • Unit 9.2: tasks 2, 4, 5, 6
  • Present Perfect worksheet



Slide 4 - Diapositive

Lesson goals:
I can use the present perfect to talk about experiences.

I can use unit 9 words to talk about nature and the environment.

Slide 5 - Diapositive

Unit 9: Vocabulary Review

Slide 6 - Diapositive

Unit 9: Vocabulary Review

Slide 7 - Diapositive

Unit 9: Vocabulary Review

Slide 8 - Diapositive

Unit 9: Vocabulary Review

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Present Perfect = voltooid tegenwoordige tijd
De voltooid tegenwoordige tijd noemen we in de Engelse taal de present perfect. 

Het is de voltooid tegenwoordige tijd = de ene kant is het al voltooid (in het verleden), maar is het ook nog bezig of heeft het nog invloed (in het heden).

Slide 11 - Diapositive

Wanneer gebruik je de present perfect?
De present perfect heeft alles te maken met het verleden en het nu.
  • Verleden = de past simple (iets dat al is afgelopen of al is gebeurd)
  • Nu = Iets dat heeft ook nu nog invloed of is nog steeds bezig. Een connectie met het heden.

Slide 12 - Diapositive

Wanneer gebruik je de present perfect?
Aan te geven dat: 
  • iets in het verleden is begonnen en doorgaat tot op het heden
  • om ervaringen uit het verleden te vertellen
  • als de tijdsperiode waar je over spreekt nog niet is afgelopen
  • bij handelingen die pas zeer kortgeleden voltooid zijn

Slide 13 - Diapositive

Task: Identify the present and past
  • Read the sentences.
  • Write which part of the sentence is 'the present' and which part is 'the past'.

Graham has lived in London since the summer of 2010.
We have never been to that restaurant.
I have played football for three years.

Slide 14 - Diapositive

Hoe maak je de present perfect?
Je hebt 2 werkwoorden nodig:

have / has + voltooid deelwoord (past participle)

Bijvoorbeeld:
Marc has lived in Rotterdam since 2002.
You haven't been to that shop?

Slide 15 - Diapositive

Tip:
Page 129

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Week Taak:
Unit 9.1 Vocabulary

Listening: 2, 3, 6, 10, 11

Reading: 4, 5, 7
Unit 9.2 Present Perfect

Listening / reading: 2

Reading: 4, 5, 6

Worksheet

Slide 18 - Diapositive