Week 1

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Leerjaar 2

Periode 3

Week 1

Lesindeling

1. Welkom + Rapid (5 min)
2. Komende periode/uitleg SKILLS (10 min)
3. Theorie (10 min)
4. Voorbereiding (5 min)
5. Zelf aan de slag (45 min.)
6. Opruimen + afronding (15 min)

Komende periode

SKILLS:

• Voorbereiding op MIDI proeve (TRG + MTH)
• Alle onderwerpen uit de afgelopen 2 jaar
• Werken met aftekenkaart + studentenhandleiding
• Oefenen MTH handelingen, TRG casus, SOEP formulier etc.
• Elke week combinatie met AFP

Deze les: Theorie

Health Check:

• Lengte
• Gewicht
• BMI
• Bloeddruk
• Hb

BMI:

BMI: Body Mass Index

• Hoe was de formule ook alweer?

Waarom zo belangrijk?

• Gezondheidsproblemen

Let op:

• Kritiek op BMI

Formule: Gewicht / (Lengte x lengte)

Gezondheidsrisico's: Diabetes, hartklachten, hoog cholesterol, hoge bloeddruk, gewrichtsklachten, tumoren, slaapproblemen etc.

Kritiek op BMI:

Geeft geen onderscheid in lichaamsbouw/spiermassa/vetmassa/buikomvang etc.

Bloeddruk

Bloedsomloop: Circulatie

• Systole: hart pompt bloed in aorta (hart trekt samen)
  
• Diastole: nieuw bloed stroomt in hart (hart ontspant)
  

Bloeddruk: Combinatie van systole en diastole

• Systole: bovendruk
  
• Diastole: onderdruk

Hoge bloeddruk

'Normale' bloeddruk (tensie): 120/80 (120 over 80)

• Systole: 120, diastole: 80

Hoge bloeddruk (hypertensie): > 140/90 (140 over 90)

• Systole: hoger dan 140, diastole: hoger dan 90
• Risicofactor hart- en vaatziekten
• Essentieel of secundair

Normale bloeddruk is relatief: de bloeddruk verandert gedurende de dag en met de activiteiten die je doet

Hb

Hb: Hemoglobine

• Eiwit in bloed dat zorgt voor zuurstoftransport
• Mannen: 8,5 en 11 mmol/L
• Vrouwen: 7,5 en 10 mmol/L

Bloedarmoede: moeheid, duizeligheid, hoofdpijn en kortademigheid

Teveel Hb: dikker/stroperiger bloed, grote kans op infarcten

Nu

1. Indeling in tweetallen
   
2. Lees de studentenhandleiding (CumLaude)
3. Aan de slag!

Nabespreking + Afronding

• Wat ging er goed?
• Wat heb je geleerd?
• Wat heb je ingevuld op je aftekenkaart?

Huiswerk: 

• Afronden van de opdrachten + inleveren!