Klinisch redeneren- redeneerhulpen 18 VP

Klinisch redeneren
Wat is het ?
Welke redeneerhulpen kun je gebruiken?


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Klinisch redeneren
Wat is het ?
Welke redeneerhulpen kun je gebruiken?


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van de les
1. Aan het eind van de les 
- weet je wat klinisch redeneren is
- weet ook wat kritische momenten zijn in het klinisch redenren
- kun je de verschillende stappen benoemen in het proces.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
1. Wat is klinisch redeneren en wat heb je ervoor nodig?
2. Redeneerhulpen, wat weet je nog?
3. Oefenen met klinisch redeneren

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is klinisch redeneren?
Het is de kern van jou inschattingsvermogen als zorgverlener. Hierop ga je bepalen wat je vindt van de situatie maar ook wat je denkt dat er moet gebeuren en waarom. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je concreet?
1. Monitoren zorgvrager
2. Risico inschatten
3. Bepalen of interventie nodig is
4. Bepalen of extra monitoring nodig is
5. Monitoren effect van de interventie
Terug naar 1!
Dus een continue proces!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je nodig voor klinisch redeneren?
1. Kennis van afp en medicijnenleer
2. Ervaring
3. Analytisch vermogen
4. Kritisch denken
5. Hardop durven denken

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het officiële overdrachtsprotocol in Nederland?
A
SIRS
B
SBARR
C
EWS
D
ABCDE

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar over redeneerhulpen?
A
Er is geen kennis voor nodig
B
Ze vervangen kennis en ervaring nooit
C
Alleen voor onervaren medewerkers
D
Zijn alleen voor artsen bedoeld

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EWS
Early Warning Score
verslechtering van patiënt vroegtijdig signaleren

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Zorgthema's nog in ontwikkeling:
  • psychisch functioneren
  • Stem & Spraak
  • Sensorische functies & pijn
  • Bewegingsapparaat
  • Activiteiten & participatie
  • Zelfmanagement
Even oefenen met klinisch redeneren

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mw Bakker heeft al een dag niet geplast. Wat kan er aan de hand zijn?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hr Krabbendam geef je diclofenac omdat hij pijn heeft na een heupoperatie. Na enkele uren krijgt hij last van zijn maag en pijn achter zijn borstbeen. Waar denk je aan? Wat is je interventie? Wat doe je daarna?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hr Kramer ligt op jou afdeling. Het valt je op dat dhr. wat rode ontlasting heeft. Waar denk je aan?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn de doelen behaald?
1. Aan het eind van de les weet je wat klinisch redeneren is
2. Je weet ook wat kritische momenten zijn in het klinisch redeneren.
3. Je weet minimaal 4 redenatie hulpen te benoemen en kunt uitleggen hoe ze werken.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions