Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhaling hoofdstuk 5
Herhaling H5
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhaling H5
Slide 1 - Diapositive
is AOW een volksverzekering of een werknemersverzekering
A
volksverzekering
B
werknemersverzekering
Slide 2 - Quiz
Een voorbeeld van een volksverzekering is
A
WW
B
ANW
Slide 3 - Quiz
wat is een volksverzekering?
A
een verzekering die voor iedere inwoner geld
B
verzekering voor mensen van 65+
C
een verzekering voor alleen mensen in loondienst
D
verzekering voor arbeidsongeschikte mensen
Slide 4 - Quiz
Hebben de volksverzekeringen te maken met
de sociale verzekeringen?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Volksverzekeringen worden betaald uit premies van werknemers en werkgevers.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
De AOW is een volksverzekering. Wie heeft hier recht op?
A
Kinderen
B
Pensioengerechtigden
C
Ouders
D
Alle inwoners van Nederland
Slide 7 - Quiz
Sociale zekerheid
Volksverzekeringen
Werknemersverzekeringen
voorbeelden:
voorbeelden:
voorbeelden:
Sociale verzekeringen
Sociale voorzieningen
WW
WIA
AOW
ANW
kinderbijslag
bijstand
Slide 8 - Question de remorquage
Loonheffing bestaat uit loonbelasting en premies werknemersverzekeringen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Voor wie zijn de werknemersverzekeringen?
A
Voor de mensen die gewerkt hebben
B
Voor de mensen die werken
C
Voor de mensen die in loondienst hebben gewerkt
D
Voor de mensen die in loondienst werken of hebben gewerkt.
Slide 10 - Quiz
ik raak arbeidsongeschikt en kan niet meer werken. ik krijg de volgende werknemersverzekering.......
A
WW uitkering
B
Wia uitkering
C
ANW uitkering
D
AOW uitkering
Slide 11 - Quiz
Werknemersverzekeringen zijn ook voor iedereen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Zorgtoeslag is een voorbeeld van een werknemersverzekering.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Wat is het verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen?
A
Sociale verzekeringen worden betaald uit premies en sociale voorzieningen worden betaald uit belastingontvangsten
B
Sociale verzekeringen zijn voor alle inwoners en sociale voorzieningen alleen voor mensen in loondienst
C
Sociale verzekeringen bestaan uit werknemersverzekeringen en sociale voorzieningen uit volksverzekeringen
D
Sociale verzekeringen gaan uit van het solidariteitsbeginsel en sociale voorzieningen niet
Slide 14 - Quiz
De WW is een werknemersverzekering.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Sociale zekerheid voor jongeren:
Rian kan niet werken door een lichamelijke handicap. Ze krijgt:
A
kinderbijslag
B
Wajong-uitkering
C
bijstand
D
studiefinanciering
Slide 16 - Quiz
Sociale zekerheid voor jongeren:
Sofie volgt op de universiteit een opleiding geschiedenis. Ze krijgt:
A
kinderbijslag
B
Wajong-uitkering
C
bijstand
D
studiefinanciering
Slide 17 - Quiz
Martin (21 jaar) is werkloos. Hij woont bij zijn ouders. Hij onderneemt niks om een baan te vinden.
Welke uitkering is van toepassing?
A
Basisbeurs
B
Bijstand
C
Geen
D
Kinderbijslag
Slide 18 - Quiz
Fam. de Boer ontvangt € 197,51 kinderbijslag per kwartaal. Hoeveel is dit per jaar?
A
€ 592,53
B
€ 790,04
C
€2.370,12
D
€65,84
Slide 19 - Quiz
-
-
--------------------
=
Nettoloon
Sociale premies
Brutoloon
Loonbelasting
Slide 20 - Question de remorquage
Brutoloon is meer dan nettoloon
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Sociale premies worden ingehouden op brutoloon/nettoloon van werknemers?
A
Brutoloon
B
Nettoloon
Slide 22 - Quiz
Brutoloon -..............-.................= Nettoloon
A
Loonbelasting Sociale premies
B
Loonbelasting Premies werkgever
C
Wig Loonbelasting
D
Wig Premies
Slide 23 - Quiz
Bereken het nettoloon
Brutoloon €2.000,-
Loonbelasting €350,-
Sociale premies € 250,-
A
€2.000,-
B
€1.650,-
C
€1.400,-
D
€1.750,-
Slide 24 - Quiz
Maarten verdient 2000 euro bruto per maand. Hij betaalt 30% belasting. Wat is zijn nettoloon per jaar?
A
16.800 euro
B
24.000 euro
C
1.300 euro
Slide 25 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Leerjaar 3 Hst 6 les 2
Avril 2020
- Leçon avec
12 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
les 7.2 Sociale zekerheid
Avril 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2,3
Inkomstenbelasting BOX 1
Janvier 2019
- Leçon avec
28 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
3K H3 §6
Avril 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3K H3 §6
Avril 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3K H3 §6
Février 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3K H3 §6
Avril 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Brutoloon nettoloon
Septembre 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3