bodemkunde en bemesting

• Keuzedeel
• MBO
• Studiejaar 3

Bodemkunde en bemesting

DOEL LES 1:

Wat is de huidige kennis over bodemkunde

HOE:

-in gesprek met elkaar

- vragen beantwoorden

Welk soort gesteente is zand?

1. Metamorfgesteente
2. Sedimentgesteente
3. Stollingsgesteente

Wat is een organische stof?

Wat is een anorganische stof?

Welke bodemtypen hebben we in Nederland?

1. Zand-, veen- en kleigronden
2. Zand-, veen-, löss en kleigronden
3. Zand-, veen-,Löss, en zeekleigronden
4. Zand-, veen-,Löss-, rivierklei- en zeekleigronden

Speeddaten

Tot welk formaat behoord dit bodemleven?

1. Megafauna
2. Macrofauna
3. Mesofauna
4. Microfauna

Tot welk formaat behoord dit bodemleven?

1. Megafauna
2. Macrofauna
3. Mesofauna
4. Microfauna

Tot welk formaat behoord dit bodemleven?

1. Megafauna
2. Macrofauna
3. Mesofauna
4. Microfauna

Tot welk formaat behoord dit bodemleven?

1. Megafauna
2. Macrofauna
3. Mesofauna
4. Microfauna

Wat is een Symbiose?

Waaruit is humus opgebouwd?

1. organische stof
2. poriën
3. minerale deeltjes

Welke functie hebben kleine poriën in de bodem?

1. mineralen laten doorstromen
2. stuiven bij droogte
3. water vasthouden voor de plant

Welke drie structuurvormen zijn er?

1. kruimelstructuur
2. korrelstructuur
3. plaatstructuur
4. grovestructuur

Deze bodemstructuur biedt voldoende ruimte aan water en lucht.

Deze bodemstructuur is erg dicht.

Bij deze structuur is er geen binding tussen de bodemdeeltjes.

Zet de juiste bodemstructuur bij elke beschrijving.

Kruimelstructuur

Plaatstructuur

Korrelstructuur