quiz hoofdstuk 3 Parlementaire democratie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Maken: Test je kennis over het thema Parlementaire democratie

AAN DE SLAG!

Na deze test weet ik of ik de stof beheers en kan ik aangeven waar ik eventueel nog aan moet werken

1) Een referendum is een voorbeeld van indirecte democratie

1. Juist
2. Onjuist

Een referendum is juist een volksstemming en een vorm van directe democratie

Klik hier voor meer info

2) Conservatief betekent letterlijk behoudend

1. Juist
2. Onjuist

3) Het confessionalisme gaat uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid waarbij de overheid een aanvullende rol heeft

1. Juist
2. Onjuist

4) Het liberalisme is voornamelijk gebaseerd op vrijheid en is daarom een linkse politieke stroming

1. Juist
2. Onjuist

Liberalisme is juist een rechtse stroming. Zij staan voor vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en weinig overheidsbemoeienis

Klik hier voor meer info

5) D66 en PvdA zijn beide socialistische partijen

1. Juist
2. Onjuist

Nee, D66 en PvdA zijn geen socialistische partijen. Klik hier voor meer info over de indeling van partijen of kijk in je boek nog eens goed naar het kwadrant.

6) Tot de politieke functies van de media behoren participatie van burgers en de selectie van kandidaten

1. Juist
2. Onjuist

Nee, deze behoren tot de functies van politieke partijen. Klik hier voor meer info

7) De Tweede Kamer heeft het recht van amendement. Daardoor mogen Kamerleden ook wetsvoorstellen indienen

1. Juist
2. Onjuist

Ja ze hebben het recht van amendement, maar dit betekent dat ze wetsvoorstellen mogen wijzigen. Het indienen van wetsvoorstellen is het recht van initiatief. Dit was een instinker!

8) De koning is onschendbaar en staat dus boven de grondwet

1. Juist
2. Onjuist

De koning is onschendbaar en dus zijn de ministers verantwoordelijk. Echter staat er in NL niemand boven de (grond)wet, ook de koning niet!

Klik hier voor meer info

9) Bij een regeerakkoord tussen verschillende partijen zijn compromissen onvermijdelijk

1. Juist
2. Onjuist

10) Het maken van wetten en het uitvoeren ervan moet volgens de trias politica door één en dezelfde macht gebeuren

1. Juist
2. Onjuist

Nee juist niet en in NL is dit al niet helemaal gescheiden.

Wetgevende macht maakt de wetten en uitvoerende macht voert het uit. De minister in NL (uitvoerend) mogen echter wel een wetsvoorstel indienen!

Klik hier voor meer info

11) Tijdens de kabinetsformatie onderzoekt de formateur welk soort kabinet er komt en welke Kamerleden minister worden

1. Juist
2. Onjuist

De informateur onderzoekt welk soort kabinet er kan komen, welke partijen kunnen samenwerken en de formateur zorgt dat de ministerposten gevuld worden.

Klik hier voor meer info

Cette vidéo n'est plus disponible

12) De partij met de meeste zetels in de Tweede Kamer levert altijd een minister president

1. Juist
2. Onjuist

Dit hoeft niet. De partij die de verkiezingen wint, krijgt de mogelijkheid een coalitie te vormen. Vaak wordt de lijsttrekker de formateur en daarna de minister president. Dit hoeft echter allemaal niet!

13) Gedeputeerde Staten worden door middel van verkiezingen gekozen en vormen het dagelijks bestuur van de provincie

1. Juist
2. Onjuist

14) Lobbyen wil zeggen dat mensen via persoonlijke contacten steun zoeken voor hun standpunten bij politici

1. Juist
2. Onjuist

15) In het systeemmodel zie je goed hoe het proces van politieke besluitvorming verloopt

1. Juist
2. Onjuist

15) Ambtenaren worden ook wel de vierde macht genoemd

1. Juist
2. Onjuist

17) De media signaleren problemen die vervolgens op de politieke agenda komen. We noemen dit de spreekbuisfunctie van de media

1. Juist
2. Onjuist

Nee, dat is de agendafunctie!

De spreekbuisfunctie wil zeggen dat politici de media gebruiken om hun standpunten kenbaar te maken bij het volk. Zij gebruiken de media letterlijk als spreekbuis.

18) Internationale samenwerking beperkt doorgaans de soevereiniteit van een land

1. Juist
2. Onjuist

19) De Algemene Vergadering van de VN kan door het vetorecht van enkele landen vaak geen resoluties aannemen

1. Juist
2. Onjuist

Klik hier voor de info over het vetorecht bij de VN en het aannemen van resoluties

Welke stap ga je nog ondernemen om de stof goed te beheersen?

meer oefeningen maken

samenvattingen (af)maken

Oefen-toetsen maken

doorlezen van het boek

iets anders (vul in op dia hierna)

vul hier 'iets anders....' in als je dat had bij de vorige dia
(wat ga je doen om de stof beter te beheersen)

Welke vraag heb je nog? Wat snap je niet?

Uitleg over de grootste partijen

https:

Kijk op www.themas.online voor meer oefenmateriaal / oefentoetsen

MEER OEFENEN?

Leerdoel behaald?

Na deze test weet ik of ik de stof beheers en kan ik aangeven waar ik eventueel nog aan moet werken

1. Ja
2. Nee