Neurologische aandoeningen herhalen

Neurologische aandoeningen Quiz
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Neurologische aandoeningen Quiz

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke 2 onderdelen bestaat het centraal zenuwstelsel

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de reden waarom pubers niet goed kunnen plannen?
A
Kleine hersenen moeten nog ontwikkelen
B
Hypothalamus moet zich ontwikkelen
C
De hersenstam moet zich nog ontwikkelen
D
De frontale kwab moet zich nog ontwikkelen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dopamine?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beginsymptomen zie je bij ziekte van Parkinson

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekte van Parkinson: In een latere stadia is er een verhoogde kans op dementie
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor behandelingen zijn er mogelijk bij de ziekte van de Parkinson?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Traumatisch hersenletsel
Niet traumatisch hersenletsel
Hersenkneuzing
Herseninfarct
Zwangerschapscomplicaties
Whiplash
Zuurstofgebrek

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een delier?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken van een delier

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hersenontsteking
Hersenvlies
ontsteking
Meningitis
Encefalitis

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken van epilepsie

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand heeft naast een scheef gelaat ook een oog wat niet goed gesloten kan worden. Bij welke aandoening past dit?
A
CVA
B
ziekte van Bell
C
HNP
D
Drukneuropathie

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling van epilepsie

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat de Ziekte van Huntington?
A
Na een ongeluk met hersenletsel
B
Doordat dendritische cellen afnemen
C
Mutatie in het DNA
D
Door een ongezonde levensstijl

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn typische verschijnselen van een aura bij migraine?
A
Lichtflitsen, uitval of prikkelingen aan 1 kant van het lichaam
B
Lichtovergevoeligheid, gekleurde vlekken voor de ogen, misselijkheid
C
Lichtflitsen, lichtovergevoeligheid, prikkelingen op lichaam
D
Vlekken voor ogen, misselijkheid , overgevoeligheid geluid

Slide 17 - Quiz

Aurafase
Eén derde van de migraine patiënten heeft voorafgaand aan de hoofdpijn auraverschijnselen. Meestal bestaat een aura uit kortdurende stoornissen in het zien, zoals het zien van schitteringen, flikkeringen of lichtflitsen. Er kunnen ook andere neurologische verschijnselen optreden. Voorbeelden hiervan zijn gevoelsstoornissen, onvermogen tot spreken of begrijpen wat er gezegd wordt, en krachtsverlies aan één zijde van het lichaam. 
Wat is een CVA cerebro vasculair accident

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een contusio cerebri:
A
Een kneuzing van de hersenen
B
Een kneuzing van een nekwervel
C
Een kneuzing van de nier
D
Een kneuzing van de enkel

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

CVA bestaat uit 3 vormen.
Welke vormen?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvan is HNP de afkorting?
A
Hernia nuclei posterior
B
Hernia nuclei pulposi
C
Hernia nervus posterior
D
Hernia nervus pulposi

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verschijnselen zijn bij een acute fase?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hematoom kan het gevolg zijn van een aangeboren vaatafwijking?
A
Epiduraal hematoom
B
Subduraal hematoom
C
Subarachnoidaal hematoom
D
Intracerebraal hematoom

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een subarachnoïdale bloeding

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Intracerebrale bloedingen
Extracerebrale bloedingen: 
Subduraal hematoom
Epiduraal hematoom:
een bloeding tussen het harde hersenvlies en het schedeldak.
een bloeding tussen het spinnenwebvlies en het harde hersenvlies.
een bloeding tussen het hersenweefsel en het spinnenwebvlies.
bloedingen, diep of oppervlakkig, in het hersenweefsel.

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

waar treedt de bloeding op bij een epiduraal hematoom
A
tussen schedel en dura mater
B
tussen schedel en spinnenwebvlies
C
onder de dura mater

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je van....... MS

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ander woord voor aangezichtspijn
A
Neuropalgie
B
Trigeminus neuralgie
C
Plexipalgie
D
Polyneuropathie

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de behandeling bij Huntington?

Slide 29 - Question ouverte

Er is op dit moment geen medicijn dat huntington kan vertragen of genezen. De behandeling is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leven en op het minimaliseren van mogelijke gevolgen zoals gewichtsverlies, vallen en verslikken. Ook is het mogelijk depressie en andere psychiatrische gevolgen te behandelen. Omdat huntington een complexe ziekte is zijn verschillende zorgverleners betrokken. Zoals de neuroloog, fysiotherapeut, logopedist, diëtist en psycholoog of psychiater. Hulpmiddelen (zoals een rolstoel, woningaanpassing) zijn nodig. Na de inzet van thuiszorg en dagbehandeling is voor veel mensen uiteindelijk opname in een verpleeghuis noodzakelijk 
Bij dit hersenletsel is er een beschadiging opgetreden van de weefsels in de nek. Symptomen: nek-/hoofdpijn, pijn in de rug, bewegingsbeperking, duizeligheid, misselijkheid, braken, concentratieproblemen
A
CVA
B
Whiplash
C
Neurotrauma
D
Dwarslaesie

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet dit type trauma?
A
subarachnoidale bloeding
B
arachnoidale bloeding
C
epidural hematoom
D
subduraal hematoom

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke medicijnen worden toegediend bij een epiduraal hematoom?
AF
A
Anti emetica
B
Anti coagulantia
C
Antibiotica
D
Analgetica

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions