H4_ aanvulling op theorie_ het bestuur van de provincie en gemeente
1 / 35
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is attributie.
A
De indirecte toekenning van wetgevende bevoegdheid.
B
De directe toekenning van wetgevende bevoegdheid.
C
Delegatie van wetgevende bevoegdheid.
Slide 3 - Quiz
Door wie wordt een wet in formele zin gemaakt?
A
De Staten-Generaal.
B
De regering.
C
De regering samen met de Staten-Generaal.
D
De ministers.
Slide 4 - Quiz
Door wie wordt een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) gemaakt?
A
De koning.
B
De regering + Staten-Generaal.
C
De regering.
D
De verantwoordelijke minister.
Slide 5 - Quiz
Een Ministeriële Regeling mag een verbod in een wet in formele zin opheffen.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 6 - Quiz
Een Algemene Maatregel van Bestuur en een Ministeriële Regeling zijn vaak nadere uitwerkingen van wetten in formele zin (=delegatie).
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 7 - Quiz
Een gemeentelijke verordening is een voorbeeld van een wet in materiële zin.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Wat weet je nu
van de provincie?
van de provincie?
Slide 10 - Carte mentale
Slide 11 - Diapositive
Wat zijn de Provinciale Staten ?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de belangrijkste taak van de Provinciale Staten?
Slide 13 - Question ouverte
Hoe Worden de leden van de Provinciale Staten gekozen en voor hoe lang?
Slide 14 - Question ouverte
Wat zijn Gedeputeerde Staten?
Slide 15 - Question ouverte
Wat doen de gedeputeerde Staten als werkzaamheden?
Slide 16 - Question ouverte
Waar bestaat het hele proviciebestuur uit?
Slide 17 - Question ouverte
Door wie worden de gedeputeerde Staten Benoemd?
A
Door de Nederlander die kiest
B
Door de Provinciale Staten
C
Door de Commissaris van de Koning
D
Door de Eerste Kamer
Slide 18 - Quiz
Omschrijf het begrip "Commissaris van de Koning"
Slide 19 - Question ouverte
Wat is een taak van de Commissaris van de Koning? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
is verantwoordelijk voor de rampenbestrijding en openbare orde en veiligheid en rijkstaken
B
gaat regelmatig op bezoek bij gemeenten in de provincie
C
Ziet er op toe dat het beleid van de provincie goed verloopt.
D
Stimuleerd de samenwerking tussen organisaties en instellingen in de provincie.
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Vidéo
Wat weet je nu
over de gemeente?
over de gemeente?
Slide 22 - Carte mentale
Slide 23 - Diapositive
Waardoor wordt het gemeentelijke bestuur gevormd?
Slide 24 - Question ouverte
Omschrijf het begrip "Gemeenteraad"
Slide 25 - Question ouverte
Wat zijn de taken van de Gemeenteraad?
Slide 26 - Question ouverte
Waartoe is de gemeenteraad bevoegd?
Slide 27 - Question ouverte
Beschrijf het begrip "College van Burgemeester en wethouders"
Slide 28 - Question ouverte
Wat is de hoofdtaak van het College van B & W?
A
Bepalen wat de gemeentraad moet uitvoeren
B
deze zorgen dat het geld opgemaakt wordt
C
Deze voeren het beleid uit dat de gemeenteraad gemaakt heeft
D
Deze hebben veel overleg met de Tweede Kamer
Slide 29 - Quiz
Omschrijf het begrip "burgemeester"
Slide 30 - Question ouverte
Welke functies heeft de Burgemeester?
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Diapositive
Welke taken en bevoegdheden heeft de Burgemeester.
Slide 33 - Question ouverte
Voor hoeveel jaar is de burgemeester benoemd?
A
4 jaar
B
6 jaar
C
5 Jaar
D
7Jaar
Slide 34 - Quiz
Hoe vonden jullie deze les?
😒🙁😐🙂😃
