P2 Maatschappijleer les 2 - paragraaf 3.2

P2 Maatschappijleer les 2 - paragraaf 3.2
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

P2 Maatschappijleer les 2 - paragraaf 3.2

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
- Lesbezoek
- Huiswerkcheck
Op je tafel:
- Laptop (lessonup)
- Werk- en lesboek
Doelen:

Slide 2 - Diapositive

Doelen van vandaag:
  • je kan drie politieke ideologieën - liberalisme, sociaaldemocratie en chistendemocratie -  beschrijven.
  • Je snapt wat ecologisme en populisme is. 
  • Je kan onderscheid maken tussen progressief en conservatief 

Slide 3 - Diapositive

Ideologie 
Een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best met elkaar kunnen samenleven. 
1. Welke normen en waarden staan centraal?
2. Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied?

Slide 4 - Diapositive

Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied?
\

Links of rechts?
Politiek midden

Slide 5 - Diapositive

Sociaal-democratie

  • Socialisme in de 19e eeuw
  • solidariteit en gelijkwaardigheid
Doel:
  • Eerlijke verdeling van inkomens, kennis en macht
  • Bescherming van zwakkeren
Rol van de overheid: 
  • Actief: ongelijkheid tegengaan 
  • Sterke rol = links

Slide 6 - Diapositive

Wat betekent solidariteit?

Slide 7 - Question ouverte

Christen-democraten (vroeger confessionalisme)

Gebaseerd op het (christelijke) geloof

Naastenliefde en saamhorigheid
Rentmeesterschap: zorg goed voor de aarde je hebt hem gekregen van god.  
Maatschappelijk middenveld.  
 
Vaak in het politieke midden.  

Slide 8 - Diapositive

Wat is het maatschappelijk middenveld?

Slide 9 - Question ouverte

Liberalisme
Waarden liberalen:
  • Economische en persoonlijke vrijheid, individuele verantwoordelijkheid, tolerantie.

Doel: 
  • Vrijheid voor mensen en bescherming van deze vrijheden
  • deregulering (minder regels van de overheid voor economie en samenleving) 

Rol van de overheid= Passief

Slide 10 - Diapositive

Wat betekent tolerantie?

Slide 11 - Question ouverte

populisme
- Een stijl
- Belangen van de ' gewone' burger
- Opvattingen niet per se links of rechts
- Vaak sterk nationalistisch (immigratie, inmenging buitenland in nationale politiek en economie)
- culturele tradities 

Slide 12 - Diapositive

Progressief vs. conservatief
Progressief:
- Vooruitstrevend, verandering, toekomstgericht
- Gebreken benadrukken en veranderingen
doorvoeren

Conservatief:
- Behoudend, het goede uit het verleden voortzetten
- Of zelfs het verleden terugdraaien

Slide 13 - Diapositive

De politieke partijen VVD, D66 en Volt vallen onder deze stroming.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme

Slide 14 - Quiz

De politieke partijen PvdA, de SP en Groenlinks vallen onder deze stroming.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme

Slide 15 - Quiz

De politieke partijen CDA, ChristenUnie en SGP vallen onder deze stroming.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme

Slide 16 - Quiz

'De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten'
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme

Slide 17 - Quiz

Het maatschappelijk middenveld heeft in deze stroming een belangrijke plaats.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme

Slide 18 - Quiz

Doelen bereikt?
je kan drie politieke ideologieën - liberalisme, sociaaldemocratie en chistendemocratie - beschrijven.
Je snapt wat ecologisme en populisme is. 
Je kan onderscheid maken tussen progressief en conservatief 

Slide 19 - Diapositive

Je kan drie politieke ideologieën - liberalisme, sociaaldemocratie en chistendemocratie - beschrijven.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Je snapt wat ecologisme en populisme is.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Je kan onderscheid maken tussen progressief en conservatief
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Opdrachten:
Maandag gemaakt: 
2 – 6 – 8 – 9 – 10 – 13 – 14
Samen bespreken. Niet af? Nu aan de slag

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

De overheid moet zich beperken tot de kerntaken zoals orde en veiligheid en basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme

Slide 25 - Quiz

'Burgers maken deel uit van een gemeenschap en hieruit volgt dat je zorgt voor je naasten.'
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme

Slide 26 - Quiz