Telling time lesson 1 1KGT
1 / 25
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Hoe zeggen ze 'over' in het Engels?
Slide 10 - Question ouverte
A
It's two o'clock
B
It's two hour
C
A two o'clock
D
It's two 'oclock
Slide 11 - Quiz
What time is it?
A
Ten past half nine
B
Twenty past nine
C
Forty past nine
D
Twenty to nine
Slide 12 - Quiz
Hoe laat is het?
8:15
8:15
A
It's a quarter to eight.
B
It's a quarter past eight.
C
It's quarter to eight.
D
It's quarter past eight.
Slide 13 - Quiz
Hoe laat is het?
14:30
14:30
A
It's half past three
B
It's thirty-two
C
It's half past two
D
It's three thirty
Slide 14 - Quiz
What time is it?
A
Half nine
B
Half to ten
C
Half ten
D
Half past nine
Slide 15 - Quiz
Type het netjes uit (It's ervoor en cijfers als getallen uittypen)
Het is negen uur.
Het is negen uur.
Slide 16 - Question ouverte
Hoe laat is het?
Het is tien voor vier.
Het is tien voor vier.
Slide 17 - Question ouverte
Hoe zeg je:
Het is half twee
Het is half twee
Slide 18 - Question ouverte
Vertaal naar het Engels:
Het is 08:30.
Het is 08:30.
Slide 19 - Question ouverte
Vertaal naar het Engels:
Het is 12:45.
Het is 12:45.
Slide 20 - Question ouverte
Vertaal naar het Engels:
Het is 10:15.
Het is 10:15.
Slide 21 - Question ouverte
Vertaal naar het Engels:
Het is 14:04.
Het is 14:04.
Slide 22 - Question ouverte
Vertaal naar het Engels:
Het is 17:36.
Het is 17:36.
