Di 2 april Soorten argumenten

Verschillende soorten argumenten

- Je kent verschillende soorten argumenten;
- Je weet welke soort argumenten sterk/minder sterk zijn;
- Je kunt aangeven van argumenten wat voor soort argument het is.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Verschillende soorten argumenten

- Je kent verschillende soorten argumenten;
- Je weet welke soort argumenten sterk/minder sterk zijn;
- Je kunt aangeven van argumenten wat voor soort argument het is.

Slide 1 - Diapositive

Soorten argumenten
Er bestaan allerlei soorten argumenten. 
In de methode worden er zes beschreven.

Slide 2 - Diapositive

Lezen - soorten argumenten

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Het is goed dat de politie appende fietsers beboet, want er gebeuren te veel ongelukken.

Soort argument?
A
niet-feitelijk argument
B
feitelijk argument

Slide 5 - Quiz


Soort argument?
A
feitelijk argument
B
ervaringsargument
C
gezagsargument
D
vergelijkingsargument

Slide 6 - Quiz

Ik wil niet naar school, want daar vind ik het veel te druk. Wat voor soort argument wordt hiervoor gebruikt?
A
feitelijk argument
B
moreel argument

Slide 7 - Quiz

Soort argument?
A
ervaringsargument
B
gezagsargument
C
feitelijk argument
D
emotioneel argument

Slide 8 - Quiz

Argument: 'Want mijn kinderen weten wat wel en niet kan'.
Wat voor soort argument is dit?
A
Emotioneel argument
B
Feitelijk argument
C
(On)gewenst gevolg
D
Ervaringsargument

Slide 9 - Quiz

Ik ga niet naar school, omdat ik nog niet in een examenklas zit. Wat voor soort argument is hier gebruikt?
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 10 - Quiz

Welke twee soorten argumenten zijn er?
A
feitelijk en niet-feitelijk
B
onderschikkend en nevenschikkend

Slide 11 - Quiz

Argument 1 'Het doden van dieren tegengaan' behoort tot welk soort argument?
A
Nut of gewenst gevolg
B
Emotioneel argument
C
Feitelijk argument
D
Ervaringsargument

Slide 12 - Quiz

Welk soort argumenten gebruikt de schrijfster van de tekst 'Wat is er nou mis met gamen?'?
A
Vergelijkings-argumenten
B
(On)gewenste gevolgen
C
Veronderstellingen
D
Emotionele argumenten

Slide 13 - Quiz

Wat voor soort argument is:
Omdat jongeren vaak nog niet goed weten wat ze willen,

A
feitelijk
B
waarderend

Slide 14 - Quiz

Ik wil niet naar school, want daar vind ik het veel te druk. Wat voor soort argument wordt hiervoor gebruikt?
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 15 - Quiz

Wat voor soort argument is:
Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 16 - Quiz


Soort argument?
A
moreel argument
B
vergelijkingsargument
C
ervaringsargument
D
feitelijk argument

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
4.5 > alles 
Niet verplicht, wel aan te raden om te oefenen

Slide 18 - Diapositive