H4: Bronnen van energie

Bronnen van energie
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 43 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bronnen van energie

Slide 1 - Diapositive

Energie in Nederland
Energie: het vermogen om arbeid te verrichten

Energie omzetten in elektriciteit

Slide 2 - Diapositive

Waar gebruik je allemaal energie/ elektriciteit voor?

Slide 3 - Diapositive

Primaire en secundaire energiebronnen
Primaire energiebron: energiebron die bij verbranding direct zorgt voor energie.


Secundaire energiebron: energiebron die ontstaat door het verbruiken van een primaire energiebron, bijvoorbeeld elektriciteit opgewekt  met steenkool of kernenergie.

Slide 4 - Diapositive

Waar komt elektriciteit vandaan?
Elektriciteit - energiecentrale
Verschillende energiebronnen kunnen hiervoor gebruikt worden.

In Nederland meeste energie opgewekt met thermische centrales (opgewekt door warmte).

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Nederlandse energie
Met een energiebron kun je beweging of warmte opwekken
Fossiele energiebronnen / uitputbare energiebronnen
    - ontstaan uit resten van planten en dieren
    - raken een keer op
    - steenkool, aardolie, aardgas
Hernieuwbare energiebronnen
    - raken niet op
    - zon, wind, water

Slide 8 - Diapositive

Hoe ging dat vroeger?
Ontdekking aardgasveld in 1948
Daarvóór werd steenkool gewonnen in Limburg
 - snelle groei van steden vanaf 1875
 - laatste steenkoolmijn gesloten in 1975
 - zwaar werk
 - lonen stegen
 - import van steenkool en gebruik van Nederlands aardgas waren goedkoper

Slide 9 - Diapositive

Grijs en groen
Grijze stroom
 -fossiele energiebronnen, bij verbranding komt CO2 vrij
 -leidt tot vergroten van het broeikaseffect
 - kernenergie, splitsing van uranium in een kernreactor
 - radioactief afval
Groene stroom
- hernieuwbare bronnen
- geen CO2-uitstoot

Slide 10 - Diapositive

Gas, steenkool en wind
Aardgas
    - 1960: ontdekking aardgasveld onder Groningen, totale gasvoorraad: 25 jaar
Aardolie
    - kleine aardolievelden
    - vooral import
Steenkool
    - import uit VS, Colombia, Rusland
Windenergie
    - hoge windsnelheden door ligging aan zee
    - ideale plek voor windmolens

Slide 11 - Diapositive

Energie om te verwarmen
Meeste energie gebruik je om water te verwarmen
    - douchen
    - verwarming van het huis
    - vooral aardgas, ook aardwarmte en zonne-energie
Verwarmingsketel
    - verbranding van aardgas
    - verwarming van water

Slide 12 - Diapositive

Energie voor transport
Vrachtwagens
Treinen
Auto’s
    - benzine, diesel
    - elektriciteit
    - gebruikt minder energie (duurzaam)
    - met groene stroom: dubbel duurzaam

Slide 13 - Diapositive

Niet iedereen gebruikt evenveel
Gebruik is afhankelijk van:
  • Samenstelling van het huishouden
    - hoe meer mensen, hoe meer energiegebruik
  • Inkomen
    - hoe hoger het inkomen, hoe hoger het energiegebruik
  • Opleidingsniveau van de bewoners
    - hoe hoger het opleidingsniveau,  hoe hoger het energiegebruik
  • Type woning
    - Nieuwere huizen zijn beter geïsoleerd

Slide 14 - Diapositive

Ecologische voetafdruk
Hoeveel ruimte er nodig is om alles wat je in een jaar gebruikt te produceren en verwerken.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Huiswerk 4.1
Maak opdracht: 1, 2 en 3b

Maak voor 12-12-2023 een samenvatting van 4.1

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Van planten tot steenkool
Veen wordt bedekt door sedimenten
Hoge druk en temperatuur in de veenlaag
Eerst wordt bruinkool gevormd (75% koolstof)
Daarna steenkool (meer dan 75% koolstof)
Aardgas komt vrij

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Gebruik van bruinkool en steenkool
Bruinkool
    - ligt dicht onder het aardoppervlak
    - wordt gebruikt in elektriciteitscentrales
Steenkool
    - vorming duurt langer
    - ligt dieper dan bruinkool
    - wordt vooral gebruikt in hoogovens

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Van plankton naar aardolie
Aardolie
    - plankton wordt samengeperst door lagen sediment
    - 1 tot 1,5 kilometer diep, temperatuur tussen 60 en 120 °C
    - bij de vorming ontstaat aardgas
 Winbare aardolie
    - scheve aardlagen
    - poreus gesteente + ondoorlatende bovenlaag

Slide 24 - Diapositive

Gebruik van aardgas en aardolie

Aardgas:  elektriciteitscentrales, fabrieken, cv-ketels en gasfornuizen.

Nadelen van aardgas: het raakt op + verzakkingen en aardbevingen.

Aardolie:  benzine, kerosine, asfalt en kunststoffen

Slide 25 - Diapositive

Minder fossiel
Fossiele brandstoffen
    - over lange tijd gevormd uit resten van planten en dieren
    - bruinkool, steenkool, aardolie, aardgas
Redenen om het gebruik ervan terug te dringen
    - milieuvervuiling en vrijkomen van broeikasgassen
    - de brandstoffen raken op
    - door ongelijke spreiding over de aarde


Slide 26 - Diapositive

Huiswerk 4.2
Maak opdracht: 1, 2bcd, 4a en 5ab

Slide 27 - Diapositive

Duurzame energie in Nederland
Biomassa - wordt verbrand in energiecentrales
Zonne-energie - wordt opgewekt met zonnepanelen
Windkracht - wordt gebruikt om windturbines te laten draaien
Waterkracht - energie wordt opgewekt uit de beweging van water
Aardwarmte  - diep onder de grond wordt water verwarmd

Slide 28 - Diapositive

Superschone energie

Zonne-energie, windenergie en hydro-elektriciteit (energie uit waterkracht)
    - productie neemt toe
    - schone energiebronnen
    - onuitputtelijk
Nadelen:
    - het waait niet altijd
    - de zon schijnt niet altijd

Slide 29 - Diapositive

Energie uit waterkracht
Stuwmeer
    - in bergachtige gebieden
    - water wordt opgevangen in een stuwmeer
    - water stroomt langs turbines
Getijdencentrale
    - aan de kust
    - maakt gebruik van eb en vloed
    - water stroomt langs turbines
    - twee typen: met en zonder dam

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Stuwmeer

Slide 32 - Diapositive

Getijdencentrale

Slide 33 - Diapositive

Nederland als ideale locatie?
Windmolens, stuwmeren en zonnepanelen nemen veel ruimte in beslag
  • concurrentie om de ruimte ontstaat
  • landbouwgrond
  • grond voor woningbouw
Windmolens kunnen op zee worden geplaatst
Nederland is vlak en niet ideaal voor waterkrachtcentrales
Het aantal zonuren in Nederland is beperkt

Slide 34 - Diapositive

Waar dan wel?
Zuiden van Europa
    - meer zon
    - meer ruimte
Bergachtige gebieden
    - geschikt voor hydro-elektriciteit
    - minder geschikt voor windenergie

Slide 35 - Diapositive

Zonne-energie
Zonne-energie: elektriciteit opwekken uit zonnestraling
    - zonnepanelen op daken
    - meeste energie wordt ter plekke gebruikt
nadeel: 
    - afhankelijk van de zon
    - zonneboilers kunnen water verwarmen
    - ontwikkelingen gaan erg snel; prijzen dalen

Slide 36 - Diapositive

Zonne-energie
Zonnepanelen

Zonnecollectoren

Slide 37 - Diapositive

Windenergie
Windenergie: elektriciteit opwekken in windturbines
    - aantrekkelijk in dunbevolkte gebieden met veel wind
nadelen:
      - transportkosten van energie zijn hoog
      - passen niet in het landschap
      - geluidsoverlast

Slide 38 - Diapositive

Horizonvervuiling
Oplossing? 
Windparken op zee = Off shore

Slide 39 - Diapositive

Geothermische energie
Geothermische energie: energie uit aardwarmte
    - in vulkanische gebieden
    - ook in Nederland
    - temperatuur stijgt 30 °C per kilometer
    - voor verwarming van  gebouwen

Slide 40 - Diapositive

Bio-brandstoffen

Biobrandstoffen: energiebronnen uit biologisch materiaal
    - wordt in biocentrales verstookt
    - bomen en planten nemen de CO2 als voedingsstoffen op
    - ook plantaardige olie, ethanol uit suikerriet en palmolie
Nadeel: veel landbouwgrond nodig
    - gaat ten koste van grond voor voedselproductie

Slide 41 - Diapositive

Bio-ethanol in benzine

Slide 42 - Diapositive

Huiswerk 4.4
Maak opdracht 1, 3, 5ab en 6

Slide 43 - Diapositive