les verbes: -re

La conjugaison des verbes en -re
De eerste  werkwoorden zijn in de tegenwoordige tijd,
daarna volgen werkwoorden in de 'passé composé'
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

La conjugaison des verbes en -re
De eerste  werkwoorden zijn in de tegenwoordige tijd,
daarna volgen werkwoorden in de 'passé composé'

Slide 1 - Diapositive

elle (répondre)

Slide 2 - Question ouverte

ils (attendre)

Slide 3 - Question ouverte

je (perdre)

Slide 4 - Question ouverte

vous (vendre)

Slide 5 - Question ouverte

nous (entendre)

Slide 6 - Question ouverte

Bij de volgende vervoegingen gebruik je de 'passé composé'
beantwoorden = répondre
verliezen = perdre
horen = entendre
wachten (op) = attendre 
verkopen = vendre

Slide 7 - Diapositive

elle (heeft geantwoord)

Slide 8 - Question ouverte

j'( heb verloren)

Slide 9 - Question ouverte

nous (hebben gehoord)

Slide 10 - Question ouverte

tu (hebt gewacht)

Slide 11 - Question ouverte

vous (hebben verkocht)

Slide 12 - Question ouverte