Ec. Bekeken 4TL: 5.3

Hoofdstuk 5.3
Internationale handel
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5.3
Internationale handel

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kan aangeven welke rol Nederland heeft in de internationale handel
- Je kan aangeven welke rol Nederland heeft in de samenstelling van de import en export

Slide 2 - Diapositive

Waarom vindt  internationale handel plaats?
Introductie

Slide 3 - Carte mentale

Wat betekent 'arbeidsverdeling'?
voorkennis

Slide 4 - Carte mentale


Hoe berekenen we voor een land hoe belangrijk de export is?
Vraag
A
export : bbp x 100 %
B
bbp : export x 100 %

Slide 5 - Quiz


Arbeidsverdeling heeft betrekking op het verdelen van de arbeid in de maatschappij in verschillende soorten taken, opdat niet iedereen hetzelfde gaat doen en er dus efficiënter gewerkt wordt.  
Neem bijvoorbeeld de supermarkt: daar heb je vakkenvullers, kassamedewerkers, klantenservice, teamleiders, etc. Iedereen heeft een andere taak, is afhankelijk van elkaar, en draagt daarmee bij aan een efficiëntere supermarkt in het algemeen.


5.3: Internationale handel

Slide 6 - Diapositive

De verdeling van het maken van producten over verschillende landen, noem je internationale arbeidsverdeling.

Internationale arbeidsverdeling maakt handel tussen landen nodig en maakt het mogelijk dat een land zich gaat toeleggen op het maken van producten die het best bij dat land passen. 
5.3: Internationale handel

Slide 7 - Diapositive

Door internationale arbeidsverdeling:
  • ontstaat internationale handel
  • kan de welvaart stijgen

Internationale arbeidsverdeling ontstaat bijvoorbeeld door:
  • Verschil in klimaat tussen landen
  • Verschil in technische kennis tussen landen

5.3: Internationale handel

Slide 8 - Diapositive

Nederland handelt meer met de EU en buurlanden dan met andere landen

Nederland is een klein land met een open economie, dat wil zeggen dat Nederland veel handelt met het buitenland.
Een land met een gesloten economie maakt veel goederen en diensten zelf, en handelt weinig met het buitenland (bijv. Noord-Korea).
5.3: Internationale handel

Slide 9 - Diapositive

Betalingsbalans ( overzicht van alle betalingen van en naar buitenland)
  • Als je meer exporteert dan importeert dan heb je een overschot op de betalingsbalans
  • Als je meer importeert dan exporteert dan heb je een tekort op de betalingsbalans

Slide 10 - Diapositive

Open economie 
Open economie = Een economie die veel handel met het buitenland heeft.

Gesloten economie -> Cuba en Noord-Korea.




Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Aan het werk!


Huiswerk: 
- Maak van H5.3 de toepassingsvragen 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo