Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H5.1
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren.
Je beheerst de stof van dit onderdeel.
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Voorkennis
Uitleg
Aan de slag
Afsluiting
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je al over migratie?
Slide 4 - Carte mentale
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Noem een economische reden om te migreren
Slide 8 - Question ouverte
Noem een politieke reden om te migreren
Slide 9 - Question ouverte
Noem een sociaal-culturele reden om te migreren
Slide 10 - Question ouverte
Noem een fysische reden om te migreren.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
3 soorten migrantie
Politieke migratie
Economische migratie
Sociale migratie
Slide 15 - Question de remorquage
Buitenlandse migratie
Emigratie
Immigratie
Binnenlandse migratie
verhuizen en daarbij een grens overschrijden
vanuit Nederland naar Duitsland verhuizen
vanuit Duitsland naar Nederland komen.
Van de Randstad naar Texel verhuizen
Slide 16 - Question de remorquage
Arbeidsmigrant
Vluchtelingen
Ik ben weg gegaan uit Irak omdat ik bang was.
Ik ben in Nl gaan werken om geld te verdienen.
Mijn vader werkt in Nl, ik woon nog in Turkije.
Slide 17 - Question de remorquage
Migratie, ontwikkeling en retourmigratie
Met de termen ‘aspiraties’* en ‘mogelijkheden’ kun je voor mensen en gebieden voorspellen of er migratie zal plaatsvinden, of niet.
*aspiratie=streven naar iets
Slide 18 - Diapositive
Maken H5.1
Opdracht 1 - 3
Voor opdracht 2, gebruik bron 9 van H5.2
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Een asielzoeker is ...
A
Een verzamelbegrip voor iedereen die in Nederland asiel aan wil vragen
B
Iemand die in een ander land gaat wonen of werken.
C
Iemand die in eigen land gevaar loopt door oorlog of vervolging.
Slide 25 - Quiz
Migratie vindt niet plaats vanuit de allerarmste gebieden, maar vanuit gebieden waar mensen voldoende aspiraties en mogelijkheden hebben om te vertrekken
A
Waar
B
Niet waar
C
Vanuit beide gebieden.
D
Er is nog een ander antwoord.
Slide 26 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met kettingmigratie?
Slide 27 - Question ouverte
Aan de slag
Maak H5.1
H1-3, 5, 7
Slide 28 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren.