Les 2 Vaste voorzetsels en voorzetseluidtrukkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

             Klas 2 havo

Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.

Stap 1: Telefoon in de telefoontas

Stap 2: Pak je boek, leesboek , schrift en Chromebook.

Stap 3: 

Wat gaan we doen?

• Lezen
• Mondelinge overhoring: Woordenlijst H1, H2 en H3 t/m ten aanzien van
• Herhaling theorie vast voorzetsel en voorzetseluitdrukking
• Oefening: Metafoor en personificatie
• Huiswerk maken: Opdracht 3, 4(alleen vraag 1) en 5. Leren: Woordenlijst H1 t/m H3
• Controleren leerdoelen

Lezen

10 minuten lezen

Mondelinge overhoring

Welke vier leerlingen zijn aan de beurt voor een mondelinge overhoring?

Noem de 3 combinaties die met een vast voorzetsel zijn

Vul aan met een vast voorzetsel:
een hekel hebben ...

Vul aan met de vaste voorzetsels:
..... de hand .....

Vul aan met een vast voorzetsel:
door middel ...

Vul aan met een vast voorzetsel
rekenen ...

Waar of niet waar :
Voorzetseluitdrukking kun je vervangen door meerdere woorden.

1. Waar
2. Niet waar

Door welk woord kun je deze voorzetseluitdrukking vervangen?

Mijn grootvader vierde te midden van de hele familie zijn honderdste verjaardag.

1. in
2. met
3. tussen
4. middels

Vervang de voorzetseluitdrukking.

met gebruikmaking van

1. van
2. met
3. in
4. onder

In welke zin staat een voorzetseluitdrukking?

1. De sleutels hangen altijd aan het haakje bij de voordeur.
2. PSV speelde in Venlo een moeizaam duel.
3. Het orkest stond onder leiding van een jonge dirigent.

Staat er in de zin
'Ik fiets langs het kanaal'
een voorzetseluitdrukking?

1. ja
2. nee

Vul de zin aan zodat er een voorzetseluitdrukking ontstaat

De straat achter de school is afgesloten ... verband ... graafwerkzaamheden.

1. op ... van
2. ter ... van
3. in ... met
4. op ... aan

Vervolg van deze les

• Er komt een controlevraag over de soorten beeldspraak: metafoor, personificatie en vergelijking. Heb je vraag fout, doe je sowieso mee aan de extra oefening. 
• Heb je de vraag goed? Dan vul je de poll in of je mee wilt doen.

Controlevraag:
Geef aan wat voor beeldspraak dit is:
De rivier treedt buiten haar oevers.

Wil jij extra uitleg over vergelijking, metafoor en personificatie?

Ja

Nee

Huiswerk volgende les

Maken in je schrift: Opdracht 3, 4 en 5.

Opdracht 4 maak je alleen vraag 1.

Je werkt alleen. Ook al staat er dat je in tweetallen gaat werken.

Wat is het verschil tussen een vergelijking en een metafoor?

Een voorbeeld van een metafoor is

1. Een kameel is het schip van de woestijn
2. Papier is geduldig
3. Die lange staat daar
4. Hij is een boom van een vent

wat is een metafoor

1. mijn grootvader rookte als een schoorsteen
2. het schip danste op de golven
3. niemand wil vriendin zijn met zo'n heks
4. die peper dure jurk van die prinses leek net een aardappelzak

wat is een personificatie

1. het schip danste op de golven
2. de lange verdediger versterkte de luchtmacht voorin
3. je maakt van een mug een olifant
4. geen van deze

Wat is een voorbeeld van een personificatie?

1. De stoel kreunde onder zijn gewicht.
2. Zijn hoofd lijkt wel een varkenskop; er zit geen haar meer op!
3. Karel kreeg op zijn veertiende eindelijk de baard in de keel.

Controle leerdoel: Maak zelf een voorzetseluitdrukking