T6 B6 1V

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

B6 Geslachtelijke voortplanting

• Jas uit
• Spullen op tafel

       Leerwerkboek, schrift

• Tas van tafel
• Lees blz. 213 t/m 216

Kennen/Kunnen

• Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert.
• Je kunt kort het verschil tussen meiose en normale celdeling benoemen.
• Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting

Vandaag

• Huiswerkrad
• Herhaling
• Geslachtscellen
• Voortplanten hoe gaat dat?
• Tijd voor hw
• Einde

Huiswerkrad

Sluit je vast aan bij de les

Beloning

Straf

Huiswerk: 1-8, 4k blz. 188-191

                    1-8, 4k blz. 194-196

Alle bloemen hebben stampers

1. Juist
2. Onjuist

Alle meeldraden maken stuifmeel

1. Juist
2. Onjuist

Bij bloemen gebeurt voor bevruchting altijd eerst bestuiving

1. Juist
2. Onjuist

Een watermeloen ontstaat uit maar 1 vruchtbeginsel

1. Juist
2. Onjuist

Door de zaden in een appel te tellen kun je bepalen hoeveel bevruchtingen er zijn geweest.

1. Juist
2. Onjuist

Geslachtelijke voortplanting

Voorwaarden:

• Er is een bevruchting
• Er zijn 2 geslachtscellen
• DNA van 'kind' = 50% vader + 50% moeder 

Bij planten:                                 en   

Ongeslachtelijke voortplanting

• Voortplanting zonder bevruchting of geslachtscellen.
• Deel van organisme wordt nieuw organisme.
• DNA precies hetzelfde

Normale celdeling

• Overal in het lichaam
• Bij normale celdeling en ongeslachtelijke voortplanting 
• Dochtercellen zijn een kopie van moedercel

Meiose

• Geslachtscellen maken
• Bij geslachtelijke voortplanting
• Dochtercellen bevatten 50% van het DNA van moedercel

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 213 t/m 214
  
• Maken Opdr. 1 t/m 9, 3k  blz. 216-220 

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zs = Werken in stilte

• Geen vinger opsteken
• Aan het werk
• Stil en stoor niemand
• Blijf op je plek

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 213 t/m 214
  
• Maken Opdr. 1 t/m 9, 3k blz. 216-220 

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zf = Werken met fluisteren

• Geen vinger opsteken
• De docent komt langs
• Aan het werk
• Fluister alleen met de persoon naast je
• Blijf op je plek

Opruimdienst

Vandaag zijn dit

• Tafels leeg en recht
• Stoelen aangeschoven
• Grond vrij van afval