Spelling les 1

Welkom!

Ga zitten op je plek

Startopdracht: lees uit je leesboek

Pak je spullen: 

Je leesboek, Nieuw Nederlands boek en je laptop

Wat gaan we doen vandaag? 

1. Lesdoelen

2. Mededelingen

3. Huiswerk bespreken en zinsdelen en woordsoorten herhalen

4. Spelling

5. Numo

6. Huiswerk en evaluatie

Lesdoelen

1. Ik weet alle zinsdelen en woordsoorten die ik heb moeten leren en ik kan deze vinden in een zin. 

2. Ik weet wanneer ik een hoofdletter gebruik.

3. Ik weet welke leestekens er zijn en wanneer ik die moet gebruiken. 

Mededelingen

Zijn er dingen die ik moet weten?

Zinsdelen

Persoonsvorm

Onderwerp

Werkwoordelijk gezegde

Woordsoorten

Werkwoorden

Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden

Voorzetsels

Huiswerk bespreken

Zijn er nog vragen over zinsdelen of woordsoorten?

Ben je iets tegengekomen in Numo waar je een vraagt over hebt?

Spelling

Spelling is de manier waarop je een woord en een zin schrijft. Het zijn alle officiële regels binnen taal.

Hoofdletters

Een tekst wordt leesbaar als je hoofdletters gebruikt. 

Schrijf een hoofdletter:

- Aan het begin van elke zin

- Bij namen (voornamen, achternamen, straten)

- Bij woorden die van namen zijn afgeleiden

Hoofdletter bij namen van:

k

Personen          Bedrijven

Instellingen

Merken

Wetten

Boeken

Aardrijkskundige plaatsen

Talen

Dialecten

Volken

Feestdagen

Historische gebeurtenissen

Leestekens

Een punt: je eindigt een gewone zin met een punt.

Een vraagteken: je eindigt een vragende zin met een vraagteken.

Een uitroepreken: je eindigt een uitroep met een uitroepteken.

Werk in stilte

Maak: 

Opdracht 1, 3 en 4 van blz. 222

&

Opdracht 2, 4 en 5 van blz. 224-225

Werk zachtjes samen

Maak:

Opdracht 1, 3 en 4 van blz. 222

&

Opdracht 2, 4 en 5 van blz. 224-225

Klaar? Lees verder in je leesboek of werk in Numo.

Lesdoelen

1. Ik weet alle zinsdelen en woordsoorten die ik heb moeten leren en ik kan deze vinden in een zin. 

2. Ik weet wanneer ik een hoofdletter gebruik.

3. Ik weet welke leestekens er zijn en wanneer ik die moet gebruiken. 

Huiswerk

Maak:

Opdracht 1, 3 en 4 van blz. 222

&

Opdracht 2, 4 en 5 van blz. 224-225

Evaluatie

Wat ging er goed deze les? 

Wat kan er de volgende keer beter? 

Wat heb ik geleerd?