T6BS8 hormonen

Hormonen
Regelen de werking van organen die daar gevoelig voor zijn.

Invloed op:
Voortplanting:  geslachtshormoon
Groei:                    groeihormoon

Stress:                  adrenaline (hormoon)


BS 8 Hormonen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hormonen
Regelen de werking van organen die daar gevoelig voor zijn.

Invloed op:
Voortplanting:  geslachtshormoon
Groei:                    groeihormoon

Stress:                  adrenaline (hormoon)


BS 8 Hormonen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:

Testvragen BS 6 (aftekenen t/m BS 6)
Korte uitleg BS 8
Practica 7 (tastknopjes) & 9 (smaakzintuigen)

Slide 2 - Diapositive

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 3 - Quiz

Van welk type zenuwcel is de uitloper in de afbeelding?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen

Slide 4 - Quiz

Waar liggen de schakelcellen?
A
Buiten het centrale zenuwstelsel
B
In de zintuigen
C
In het centrale zenuwstelsel
D
In de zenuwen

Slide 5 - Quiz

In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen/ sensorische neuronen impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
Van het centrale zenuwstelsel af

Slide 6 - Quiz

Na vandaag weet je:
  1. Wat hormonen zijn
  2. Waar de belangrijkste hormoonklieren liggen
  3.  Hoe het constant houden van je glucosegehalte in je bloed  geregeld wordt

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn hormonen?
  • Stoffen die processen regelen
  • Gemaakt in hormoonklieren
  • Worden vervoerd door het bloed

Slide 8 - Diapositive

hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame processen:
  • groei
  • ontwikkeling
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Eilandjes van langerhans


Regelen het glucosegehalte in het bloed (bloedsuikerspiegel)

Slide 11 - Diapositive

Als je glucosegehalte stijgt
1. Als je iets eet stijgt het glucosegehalte in je bloed
2. De alvleesklier geeft insuline af
3. Hierdoor wordt glucose omgezet naar glycogeen door de lever en de spieren
4. Glycogeen wordt opgeslagen in de lever en de spieren

Slide 12 - Diapositive

Als je glucosegehalte daalt
1. Als je een tijdje niks gegeten hebt daalt het glucosegehalte in je bloed
2. De alvleesklier geeft glucagon af 
3. Hierdoor wordt glycogeen uit lever en spieren omgezet naar glucose
4. Glucose wordt afgegeven aan het bloed

    Slide 13 - Diapositive

    Slide 14 - Diapositive

    Slide 15 - Vidéo