Di 20-08-24 intro

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

T41
Dienstag, 20. August 2024

Slide 2 - Diapositive

die Planung
  • Voorstellen (ik)
  • Regels/verwachtingen
  • Boek=Snelhechter
  • Wat kun je waar vinden?
  • Toetsen 
  • Studiekalender
  • Quiz

Slide 3 - Diapositive

Mevrouw Reesink

Slide 4 - Diapositive

Regels/verwachtingen
  • Je bent altijd op tijd aanwezig in mijn lessen.
  • We behandelen elkaar met respect (docent-leerling) (leerling-leerling).
  • Als ik of een medeleerling praat ben jij stil.
  • Naar de wc? Vragen.
  • Je blijft zitten totdat de volgende les begint. 

Slide 5 - Diapositive

Boek=Snelhechter
  • Je werkt elke les in je snelhechter = altijd mee hebben
  • Weektaken moeten af zijn, niet af = nablijven
  • We werken per vaardigheid: schrijven, luisteren, lezen, spreken
  • Elk boekje is een vaardigheid, deze zitten in je snelhechter

Slide 6 - Diapositive

Wat kun je waar vinden?
Teams: communicatie, studiekalender + materiaal


Slide 7 - Diapositive

Toetsen
1. Pak je planner

Toetsen + inleveropdrachten inplannen


Alle toetsen zijn PTA


Slide 8 - Diapositive

Brief weektaak 1 (blz. 10)
Inleveren op:


Niet ingeleverd=nablijven
Week 36: vr 6 sept het 7e

Slide 9 - Diapositive

Schrijven: SO idioom 1 (1x)

  • Wer bin ich? Blz. 9
  • Bouwstenen: persoonlijke mail blz. 13
  • Wo ist die Fete? Blz. 14
  • Regelmatige zwakke werkwoorden blz. 28

Alles van NL-D

Week 37: vr 13 sept het 7e

Slide 10 - Diapositive

Brief weektaak 2 (blz. 15)
Inleveren op:


Niet ingeleverd=nablijven
Week 37: vr 13 sept het 7e

Slide 11 - Diapositive

Brief weektaak 3 (blz. 19)
Inleveren op:


Niet ingeleverd=nablijven
Week 38: vr 20 sept het 7e

Slide 12 - Diapositive

Schrijven: SO idioom 2 (1x)

  • Wie war dein Urlaub? blz. 18
  • In Urlaub fahren! Blz. 21
  • Verloren? Bestohlen? Und nun? blz. 24
  • Bouwstenen: formele mail blz. 25
  • Sterke werkwoorden blz. 29
Alles NL-D
Week 39: vr 27 sept, het 7e

Slide 13 - Diapositive

Brief weektaak 4 (blz. 22)
Inleveren op:


Niet ingeleverd=nablijven
Week 39: vr 27 sept het 7e

Slide 14 - Diapositive

Schrijven: SO woordenboek (1x)

  • Duits vertaling opzoeken
  • De juiste betekenis opzoeken
  • Lidwoord opzoeken
  • Meervoud opzoeken
  • Verleden tijd opzoeken
  • Voltooid deelwoord opzoeken
  • Bezittelijk voornaamwoord
Week 41: vr 11 okt, het 7e
woordenboek NL-D mee

Slide 15 - Diapositive

SE Schrijven (5x)

  • Briefopdracht
Week 42: vr 18 okt, het 7e
woordenboek NL-D mee

Slide 16 - Diapositive

SE1 Lezen (2x)

  • Leesteksten
Week 45: SE-week
woordenboek D-NL mee

Slide 17 - Diapositive

Studiekalender

Slide 18 - Diapositive

Hoe vond jij het vak Duits afgelopen jaar?
niks                     neutraal                leuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Hoe lijkt het vak Duits jou dit jaar?
niks                     neutraal                leuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Slide 21 - Diapositive

Wat is in het Duits: "Hoe gaat het met je?"
A
Wie geht es du?
B
Wie geht es dir?
C
Wie geht es dich?

Slide 22 - Quiz

Heeft Duitsland een koning of koningin?
A
Ja!
B
Nein!

Slide 23 - Quiz

in Duitsland bestaan meer dan ........... verschillende soorten worst.
A
100
B
500
C
1000
D
15

Slide 24 - Quiz

Een Duitser vond ................... uit.
A
televiesietoestel
B
gummybeertjes
C
voetbal
D
smeerkaas

Slide 25 - Quiz

Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Toyota
C
Mercedes
D
Volkswagen

Slide 26 - Quiz

Aan hoeveel landen grenst Duitsland?
A
6
B
8
C
9
D
10

Slide 27 - Quiz

Oktoberfest is ………..
A
een soort Koningsdag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 28 - Quiz

Welke supermarktketens vind je niet in Duitsland?
A
Albert Heijn
B
ALDI
C
Penny
D
Lidl

Slide 29 - Quiz

Welk landnummer moet je intoetsen als je naar Duitsland wilt bellen?
A
0049-
B
0031-
C
0032-
D
0044-

Slide 30 - Quiz

Wat zijn -van boven naar beneden- de kleuren van de Duitse vlag?
A
zwart geel rood
B
rood zwart geel
C
rood geel zwart
D
zwart rood geel

Slide 31 - Quiz

Wat krijg je als je in Duitsland een Frikadelle bestelt?
A
een braadworst met saus
B
een soort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikadel met mayo curry en uitjes

Slide 32 - Quiz

Duiters betalen ook sinds 2002 met euros. Wat was daarvoor de munteerheid in Duitsland?
A
Das Deutsche Pfund
B
Die Deutsche Krone
C
Die Deutsche Mark
D
Der Deutsche Franken

Slide 33 - Quiz

Hoe heet deze taart?
A
Aachener Kirschtorte
B
Berliner Kirschtorte
C
Schwarzwälder Kirschtorte
D
Frankfurter Kirschtorte

Slide 34 - Quiz

Welches Lied hörst du?
Laatste vraag
A
Leuchtturm- Nena
B
99 Luftballons- Nena
C
Liebe ist- Nena
D
Atemlos durch die Nacht- Helene Fischer

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Vidéo

Jezelf kort voorstellen
  1. Je naam: Mijn Name ist .......    of             Ich heiße ......
  2. Woonplaats: Ich wohne in ......

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive