22231121 Een reflectieverslag schrijven

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

reflectie

Slide 2 - Carte mentale

Aan het einde van de les
  • weet je waarom je moet reflecteren;
  • weet je waar de letters STARR voor staan;
  • weet je hoe je een reflectieverslag schrijft volgens de STARR-methode.

Slide 3 - Diapositive

Welke onderdelen komen aan bod?
  • Wat is reflecteren?
  • Waarom moet je reflecteren?
  • Wat is STARR?
  • Hoe schrijf je een goed verslag?

Slide 4 - Diapositive

Wat is reflecteren?
1. Het terugkaatsen van licht- en geluidsgolven. 
2. Het beschrijven van jouw eigen gedachten en handelingen en de gevolgen daarvan. 


Zien jullie het verband tussen de twee betekenissen?

Slide 5 - Diapositive

Waarom? 
Door reflectie
  • vergroot je je zelfkennis. 
  • krijg je inzicht in waar je kunt verbeteren en waar je al goed in bent.
  • ga je herkennen wat wel en niet werkt, voor jou en anderen.
  • leer je zien hoe anderen op jou reageren.



Slide 6 - Diapositive

Reflectieverslag volgens de  STARR-methode

Slide 7 - Diapositive

Doorlopend proces
  • Je bent dus nooit klaar met reflecteren! 
  • Door regelmatig bewust te reflecteren, zul je merken dat het op een gegeven moment vanzelf gaat, bij alles wat je doet. 
  • Een reflectieverslag is een momentopname. 

Slide 8 - Diapositive

ONTHOUD:
  • STARR is een  hulpmiddel, een methode.
  • STARR is geen vast stramien, reflecteren is immers een continu proces!

Slide 9 - Diapositive

Toelichting 
Situatie: wie, wat, waar, wanneer
Taak: opdracht, doel (waarom)
Actie: wat deden alle betrokkenen? (hoe)
Resultaat: doel bereikt? Zo niet, wat was wel het resultaat?
Reflectie: wat heb je geleerd en wat ga je een volgende keer anders doen?

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
  • Maak een schrijfplan
  • Wat moet er in het verslag komen te staan: schrijf de (deel)onderwerpen onder elkaar op.
  • Vul het schrijfplan zoveel mogelijk in. 

Slide 11 - Diapositive