Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
De trappen van vergelijking
De trappen van vergelijking
dik, dikker, het dikst
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
MBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
De trappen van vergelijking
dik, dikker, het dikst
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we leren?
Ik leer de trappen van vergelijking.
stellende trap - vergrotende trap - overtreffende trap
Slide 2 - Diapositive
Uitleg
deze man is
dik
die man is
dikker
die man is
het dikst
Slide 3 - Diapositive
Uitleg
je schrijft woorden in de
vergrotende
trap met
-er
je schrijft woorden in de
overtreffende
trap met
-st
mooi - mooi
er
- mooi
st
klein - klein
er
- klein
st
hoog - hog
er
- hoog
st
jong - jong
er
- jong
st
Slide 4 - Diapositive
Uitleg
Let op de spelling
groot - gr
o
ter - het grootst
lief - lie
v
er - het liefst
vies - vie
z
er - het viest
Slide 5 - Diapositive
Uitleg
bij een vergelijking gebruik je vaak het woordje
dan.
Ik ben ouder
dan
mijn zusje.
jij bent langer
dan
jouw vriend.
Deze auto is duurder
dan
die auto.
Slide 6 - Diapositive
Uitleg
eindigt het woord op
-r
? dan gebruik je
-der
duu
r
- duur
der
- duurst
zuu
r
- zuur
der
- zuurst
ve
r
- ver
d
er
- verst
Slide 7 - Diapositive
Uitleg
onregelmatig zijn:
goed - beter - best
graag - liever - het liefst
veel - meer - het meest
weinig- minder - het minst
Slide 8 - Diapositive
voorbeeld: vul in
klein _______________ _________________
klein
kleiner het kleinst
Slide 9 - Diapositive
lang _______ ________
Slide 10 - Question ouverte
langzaam _______ ________
Slide 11 - Question ouverte
zwaar _______ ________
Slide 12 - Question ouverte
__________ groter __________
Slide 13 - Question ouverte
____________ ___________ het oudst
Slide 14 - Question ouverte
_________ duurder __________
Slide 15 - Question ouverte
____________ ____________ het sterkst
Slide 16 - Question ouverte
jong ________ _________
Slide 17 - Question ouverte
Voorbeeld
Maak een vergrotend woord.
Let op het woordje dan.
Jouw handen zijn nog ___________________ die van mij. (groot)
Ik vind rijst ______________________aardappels. (lekker)
Slide 18 - Diapositive
Voorbeeld
Vul de goede vorm in.
Ik heb _________________ onvoldoendes dan vorig jaar. (weinig)
Wat is _________________: zilver of goud? (duur)
Slide 19 - Diapositive
Welke zin is goed?
A
Lisa is jong dan Anna.
B
Lisa is jonger dan Anna.
C
Lisa is het jongst dan Anna.
Slide 20 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Het kind is klein
B
Het kind is kleinst
Slide 21 - Quiz
Welke zin is goed?
A
De oma is het oud.
B
De oma is het ouder.
C
De oma is het oudst.
Slide 22 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Een auto is duur dan een fiets.
B
Een auto is duurder dan een fiets.
C
Een auto is duurst dan een fiets
Slide 23 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Een vliegtuig is snel.
B
Een vliegtuig is sneller een auto.
C
Een vliegtuig is snelst.
D
Een vliegtuig is het snelst dan een auto.
Slide 24 - Quiz
Een verhaaltje over sport
Schrijf de goede vorm van het woord tussen (haakjes)
Slide 25 - Diapositive
Ik sport graag. Ik houd van voetbal, ik houd nog ........ (veel) van tennis.
Slide 26 - Question ouverte
Maar ik zit nog ........ (graag) op de fiets.
Slide 27 - Question ouverte
Ik fiets ............. (snel) dan de meeste mensen.
Slide 28 - Question ouverte
Bij een wedstrijd wil ik het .......... (snel) zijn.
Slide 29 - Question ouverte
Voor een wedstrijd train ik .............. (vaak) dan normaal.
Slide 30 - Question ouverte
Mijn spieren worden zo steeds ........... (sterk)
Slide 31 - Question ouverte
De spieren van mijn benen zijn het ...... (dik)
Slide 32 - Question ouverte
Ik leef ook ............ (gezond) dan normaal.
Slide 33 - Question ouverte
Ik ga ............ (vroeg) naar bed en ik eet ................. (goed)
Slide 34 - Question ouverte
Ik eet bijvoorbeeld ............. (weinig) snoep.
Slide 35 - Question ouverte
Ik denk dat ik de wedstrijd ga winnen, want ik fiets het ............ (goed)!
Slide 36 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Bijzondere trappen van vergelijking
Juin 2020
- Leçon avec
16 diapositives
par
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
les 21 - dik, dikker, het dikst.ivb
Janvier 2023
- Leçon avec
21 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
les 21 - dik, dikker, het dikst
Juin 2023
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
les 21 - dik, dikker, het dikst
Mars 2023
- Leçon avec
20 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
les 21 - dik, dikker, het dikst
Mars 2023
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
Trappen van vergelijking
Avril 2023
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
les 21 - dik, dikker, het dikst
Juin 2023
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
Trappen van vergelijking
Juin 2023
- Leçon avec
13 diapositives
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute VL