De honingbij
1 / 32
La durée de la leçon est: 100 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Waarvan maken bijen honing?
A
stuifmeel
B
bloemen
C
nectar
Slide 4 - Quiz
Welk nut hebben bijen in de natuur?
A
Ze maken vruchten.
B
Ze bestuiven bloemen.
C
Ze bevruchten bloemen.
D
Ze verspreiden zaad.
Slide 5 - Quiz
Welk deel van de bijenkas wordt gebruikt om het voedsel te bewaren?
A
het bovenste deel
B
het onderste deel
Slide 6 - Quiz
Welke honingbij bevrucht de koningin?
A
de werksters
B
de darren
C
de vrouwtjes
D
de mannetjes
Slide 7 - Quiz
Hoe herken je de koningin?
A
Ze is breder dan de anderen.
B
Ze is groter dan de andere.
Slide 8 - Quiz
Wie bepaalt de geur van een bijenkas?
A
de werksters
B
de darren
C
de koningin
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
eieren leggen
werken
bevruchten
ongeveer 500
slechts één
ongeveer 50 000
de koningin
de werkster
de darren
Slide 15 - Question de remorquage
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Waarmee hou je de microscoop vast?
A
de voet
B
het statief
C
de tubus
D
het oculair
Slide 27 - Quiz
Welk deel gebruik je om door te kijken?
A
de objectieven
B
het oculair
C
de tubus
D
het diafragma
Slide 28 - Quiz
Waar leg je het preparaat op?
A
voorwerptafel
B
klemmen
C
diafragma
D
licht
Slide 29 - Quiz
Waarmee maak je het beeld scherp?
A
de revolver
B
de objectieven
C
de macroschroef
D
het oculair
