zakelijke brief schrijven

      2.5 Zakelijke brieven en         e-mails


  • Je kan de opbouw van een zakelijke brief herkennen 
  • Je weet hoe je een zakelijke brief moet opstellen
  • Je kan het verschil tussen formele en informele taal herkennen
HERINNERING: Nog twee weken tot de LALO week

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

      2.5 Zakelijke brieven en         e-mails


  • Je kan de opbouw van een zakelijke brief herkennen 
  • Je weet hoe je een zakelijke brief moet opstellen
  • Je kan het verschil tussen formele en informele taal herkennen
HERINNERING: Nog twee weken tot de LALO week

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

In een zakelijke brief gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Een ander woord voor zakelijke brief is
A
informele brief
B
formele brief

Slide 4 - Quiz

Wat is meestal het tekstdoel van een zakelijke brief?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Activeren

Slide 5 - Quiz

4 belangrijke aandachtspunten
  1. Doelgroep – Schrijf met de lezer in gedachten.
  2. Duidelijkheid – Zorg dat de lezer begrijpt waarom je schrijft en wat je verwacht.
  3. Aantrekkelijkheid – Houd de brief kort, duidelijk en zakelijk.
  4. Correctheid – Geen spelfouten of taalfouten!

Slide 6 - Diapositive

Wat is een ander voorbeeld van een zakelijke brief?
A
briefje voor je moeder
B
mail aan je docent
C
sollicitatiebrief
D
Brief aan je collega

Slide 7 - Quiz

Vaste structuur 
  1. Gegevens afzender
  2. Plaats, datum
  3. Naam en adres geadresseerde
  4. Betreft
  5. Aanhef
  6. Inleiding
  7. Middenstuk
8. Slot
9. Handtekening en naam
10. Bijlage

BELANGRIJK: Denk aan de witregels

Slide 8 - Diapositive

Wat is een goede aanhef voor een zakelijke brief?
A
geachte Mevrouw Blankers
B
Beste Joost
C
Geachte heer Van der Sloot,
D
geachte heer van der Sloot,

Slide 9 - Quiz

Alinea's in een zakelijke brief maak je door:
A
Een regel wit.
B
Inspringen.
C
Ophouden in een zin.
D
Alle drie de antwoorden zijn goed.

Slide 10 - Quiz

Wat is een goede afsluiting voor een zakelijke brief?
A
Groetjes
B
Liefs
C
Met vriendelijke groet,
D
Hoogachtend,

Slide 11 - Quiz

Inhoud
1. Eigen adresgegevens 
2. Plaats en datum
3. Naam en aders geadresseerde
4. Betreft

Slide 12 - Diapositive

Waar schrijf ik mijn adresgegevens in een zakelijke brief?
A
Op de voorkant van een enveloppe.
B
Bovenaan de brief.
C
Onderaan de brief.
D
Is niet nodig bij een zakelijke brief.

Slide 13 - Quiz

Inhoud
Inleiding: wie je bent en waarom je de brief schrijft

Kern: Informatie schrijven

Slot: wens of verwachting uitspreken


Slide 14 - Diapositive

Wat komt in een zakelijke brief VOOR de inleiding?
A
Plaats, datum
B
Kern
C
Adres van geadresseerde
D
Aanhef

Slide 15 - Quiz

Hoe begin je een zakelijke brief?
A
Betreft
B
Eigen (adres)gegevens
C
Aanhef
D
Naam afzender

Slide 16 - Quiz

Wat staat er in de inleiding van een zakelijke brief?
A
Wie je bent
B
Geachte meneer
C
Waarom je schrijft
D
Antwoord A en C

Slide 17 - Quiz

In de kern van een zakelijke brief zet je...
A
Het onderwerp, heel kort
B
Waarom je de e-mail schrijft
C
Wat je wil weten en informatie die je wil geven.
D
Jouw naam en adres

Slide 18 - Quiz

De tekst van een zakelijke brief bestaat uit ...
A
1 alinea
B
1 of 2 alinea's
C
3 alinea's
D
3 of meer alinea's

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste aanhef bij een zakelijke brief?
A
Welkom....... ,
B
Lieve ........... ,
C
Ik ben ........
D
Geachte ........ ,

Slide 20 - Quiz

De volgorde van de zakelijke brief:
A
Inleiding, Slot, Kern
B
Kern, Slot, Inleiding
C
Inleiding, Kern, Slot

Slide 21 - Quiz

De afsluiting van de zakelijke brief begin je met:
A
Graag zou ik ....
B
Reageer direct!
C
Ik wil dat u ....
D
Ik hoor het wel....

Slide 22 - Quiz

Ga nu naar NuNederlands

Schrijven opdracht 2.5 over zakelijke brieven

timer
0:25

Slide 23 - Diapositive