VHZ1 hst 2 scheppingsverhalen, kain en abel

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Opd 7:

1. Eerst was er alleen vuur en ijs.

2. a. Eerst kwamen de reuzen tevoorschijn (Ymir)

b. Daarna de goden.

3. De bergen en de bossen ontstonden uit het lijf en de haren van Ymir.

Opd 7, vervolg.

4. Zon, maan en sterren ontstonden uit de vonken van het oervuur.

5. De kinderen van Ymir stuurden 2 wolven af op de zon en de maan. 

Opd 7, slot:

6. a. Eén wolf hapt elke keer stukken uit de maan.

b. De andere wolf slokt soms de zon op.

c. Dit verhaal verklaart de verschillende maanstanden
en de zonsverduistering.

Soorten verhalen:

fabel - dieren gedragen zich als mensen, wijze les

mythe - met goden, verklaring van iets

oerverhalen - over 'het begin' 

Welk soort verhaal is de leeuwenkoning?

1. Fabel
2. Mythe
3. Oerverhaal
4. Sprookje

De haas en de schildpad: welk soort verhaal?

1. mythe
2. fabel
3. sprookje
4. oerverhaal

Isis en Osiris: welk soort verhaal?

1. Sprookje
2. Fabel
3. Mythe
4. Oerverhaal

Isis en Osiris Opdracht 2 blz. 20

a. Verklaring: overstroming van de Nijl

b. Uitleg over mummificeren en doden in een sarcofaag stoppen.

c. Veel eerbied, want: De farao is de opvolger van de god Horus.

Het dodenrijk, Opd. 3 blz. 21

a. Anubis begeleidt de dode en weegt zijn hart.
b. Thot schrijft alles op, en berekent de 'score'

c. Ammit eet het hart op als het te zwaar is.

d. Osiris zit als koning op de troon

e. Osiris is koning van het dodenrijk.

Het 1e Scheppingsverhaal uit de Bijbel is een ...

1. Fabel
2. Mythe
3. Sporookje
4. Oerverhaal

Kijk na in je schrift.

Opd 9a: Noem een voordeel van een wekelijkse rustdag.

Opd. 9a. Noem een nadeel van een wekelijkse rustdag.

Wat doe jij op zondag?

Welk scheppingsverhaal spreekt jou het meest aan?

1. Zuid-Amerika (klei, hout, deeg)
2. Afrika (klei in de oven)
3. Scheppingsverhaal I (7 dagen)
4. Scheppingsverhaal II (Adam & Eva)

Noem een ander woord met gen- dat ook met een 'begin' te maken heeft.

Zelf werken:

Lees blz. 32

Bekijk blz. 33

Maak opd. 16 en 17
Klaar? Maak het hst af.

Afronding: wat heb je geleerd?

Check je studieplanner:
welk leerdoel heb je bereikt?