6.2 Gemiddelde snelheid

6.2 Gemiddelde snelheid

1 / 26

Slide 1: Diapositive

NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

La durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.2 Gemiddelde snelheid

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij nog van H5.1 ?

Onthouden!

Slide 2 - Diapositive

Voorkennis

Met welk vervoermiddel kom je naar school en hoe groot is jouw gemiddelde snelheid volgens jou ongeveer ?

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen

Eenheid van snelheid
Gemiddelde snelheid
Versnellen en vertragen
Rekenen met de formule van de gemiddelde snelheid.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Een auto heeft een hogere gemiddelde snelheid dan een fietser. Soms gaat hij harder, soms zachter, maar hij legt de zelfde afstand in minder tijd af.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Formule gemiddelde snelheid(1)

v^{​ g e m ​ ​} = \frac{​ s ​ ​}{​ t ​}

v gem = gemiddelde snelheid (m/s)

s = afstand (m)

t = tijd (s)

Slide 8 - Diapositive

Formule gemiddelde snelheid(2)

v^{​ g e m ​ ​} = \frac{​ s ​ ​}{​ t ​}

v gem = gemiddelde snelheid (km/h)

s = afstand (km)

t = tijd (h)

Slide 9 - Diapositive

V.b gemiddelde snelheid in km/h

Een auto rijdt 180 km in 2 uur. Bereken de gemidelde snelheid in km /h.

Geg: s = 180 km

t = 2h

Gevr: vgem

Opl; vgem = s/t = 180/2

vgem = 90 km/h

Slide 10 - Diapositive

V.b gemiddelde snelheid in m/s

Op een dag rijdt Sven de 500 m in 40 s. Hoe groot is zijn gemiddelde snelheid in m/s?

Geg: s = 500 m

t = 40 s

Gevr: vgem

Opl; vgem = s/t = 500/40

vgem = 12,5 m/s

Slide 11 - Diapositive

Een beweging waar de snelheid hetzelfde blijft.

Een auto rijdt steeds 130 km/h op de snelweg.

Dit noem je een eenparige beweging. De snelheid blijft gelijk.

Slide 12 - Diapositive

Versnellen of vertragen

Wat gebeurt er met de snelheid van een auto die wegrijdt van een stoplicht?

Dit noem je een versnelde beweging. De snelheid neemt toe.

Wat gebeurt er met iemand die fietst en in een keer zijn rem moet inknijpen?

Dit noem je een vertraagde beweging. De snelheid neemt af.

Slide 13 - Diapositive

Zelfstandig werken

Wat: Lees en maak hoofdstuk 5.2 (opgaven: 1 t/m 15 blz. 74 t/m 79)

Hoe: zelfstandig werken.

Hulp: Nova boek / Docent

Tijd: Tot 10 min voor het einde van de les.

Uitkomst: 5.2 af

Klaar: 5.3 doorlezen.

Slide 14 - Diapositive

Belang van het lesdoel

Handig in het dagelijkse leven als je weet hoe lang je ongeveer ergens over doet.

Belangrijk onderdeel voor de toets.

In andere leerjaren gaan w hier mee verder, maar dan uitgebreider.

Slide 15 - Diapositive

Controle van begrip 1

Noteer de symbolen voor:

afstand

tijd

gemidddelde snelheid

Slide 16 - Diapositive

Controle van begrip 2

Schrijf de formule op voor:

- de tijd

- de afstand

- de gemiddelde snelheid

Slide 17 - Diapositive

Controle van begrip 3

Hoeveel afstand legt een vliegtuig af dat gemiddeld 1000 km/h vliegt in 20 minuten ?

Slide 18 - Diapositive

Je rijdt met je vader mee in de auto.
Hoe weet je de snelheid van de auto? Dat is te zien op de

Slide 19 - Question ouverte

Welke eenheid gebruik je voor de snelheid van een auto?
Schrijf de eenheid voluit:

Slide 20 - Question ouverte

Hoe mag je de eenheid voor de snelheid van een auto afkorten?

Kilometer per uur

km/h

h/km

Slide 21 - Quiz

De gemiddelde snelheid van een scooter is 35 km/h.
Dat betekent: in een uur rijdt de scooter 35 km

waar

niet waar

Slide 22 - Quiz

Sidney fietst in een uur 24 km.
Wat is de gemiddelde snelheid van Sidney?

Slide 23 - Question ouverte

Snelheid

Grootheid

Eenheid

Slide 24 - Quiz

Welke formule gebruik je bij het berekenen van snelheid

snelheid = afstand * tijd

snelheid = afstand : tijd

snelheid = tijd : afstand

snelheid = tijd * afstand

Slide 25 - Quiz

Stefan fiets 5 kilometer in 15 minuten. Wat is zijn gemiddelde snelheid?

10 km/h

15 km/h

20 km/h

25 km/h

Slide 26 - Quiz