Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Present Perfect
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Today
Explanation present perfect
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd
Slide 4 - Diapositive
Na deze uitleg kun je:
Zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is
Zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en je daar nu het resultaat van merkt
Praten over ervaringen in iemands leven tot nu toe
Slide 5 - Diapositive
Present perfect
iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.
Slide 6 - Diapositive
Alice has lived in Rome for two years.
A
Ze woont daar nog
B
Ze woont nu ergens anders
Slide 7 - Quiz
Wanneer gebruik je de
present perfect?
Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)
Bob
has known
John since they were 10.
Mary
has worked
at the market for 5 years now.
Bill and Kate
have been
friends since 2011.
Slide 8 - Diapositive
Wanneer gebruik je de
present perfect
?
Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:
Sharon
has broken
her leg (now she can't walk)
Jim
has lost
his keys ( now he can't open the door)
Gwen
has eaten
too much (now she feels sick)
Slide 9 - Diapositive
Wanneer gebruik je de
present perfect?
Om te praten over ervaringen to nu toe:
I
have
never
been
too America.
Have
you ever
been
to America?
I'
ve
never
swum
with dolphins.
She
has
never
run
a marathon.
Slide 10 - Diapositive
Hoe maak je de
present perfect
?
Slide 11 - Diapositive
Hoe maak je de
present perfect
?
Have / has
+
voltooid deelwoord
I
have
lived
here for ten years.
She
has
known
him since 2011.
Slide 12 - Diapositive
Note it
Write down all words you hear in the Present Perfect.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Hoe maak je de
present perfect
?
Have / has
+
voltooid deelwoord
Kun je een eigen voorbeeld geven?
Slide 15 - Diapositive
Present perfect
have / has + voltooid deelwoord
Slide 16 - Diapositive
Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende regelmatige werkwoorden
onregelmatige werkwoorden
1
2
Slide 17 - Diapositive
regelmatige werkwoorden
1
werkwoord + -
ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted
Slide 18 - Diapositive
onregelmatige werkwoorden
2
Het derde woord uit de rijtjes
To do - did -
done
to fly - flew -
flown
to fight - fought -
fought
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Welke zin staat in de present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.
Slide 21 - Quiz
I ........................(work) very hard.
A
has worked
B
have worked
Slide 22 - Quiz
He ......................... ( play)
A
have played
B
has played
Slide 23 - Quiz
Maak present perfect:
I ask.
Slide 24 - Question ouverte
Present perfect:
I walk to school
Slide 25 - Question ouverte
Stop
Slide 26 - Diapositive
SIGNAALWOORDEN
JUST - NET
ALREADY - AL
YET - AL (
IN VRAAGZINNEN
)
NOT YET - NOG NIET
ALWAYS - ALTIJD AL
NEVER - NOOIT
EVER - OOIT
SINCE - SINDS
FOR - (NU) AL
(FOR) HOW LONG? - HOE LANG
Slide 27 - Diapositive
Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.
Slide 28 - Quiz
Hoe vorm je de Present Perfect?
Slide 29 - Question ouverte
Present perfect
have / has + voltooid deelwoord
Slide 30 - Diapositive
You.......................(walk) to Germany
A
Has walked
B
Have walked
C
Has walk
D
Have to walk
Slide 31 - Quiz
Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
He has eaten at a restaurant
Has he eaten at a restaurant?
Slide 32 - Diapositive
Which sentence is the present perfect?
A
I bought a dog
B
I have bought a dog
C
I buy a dog
D
I am buying a dog
Slide 33 - Quiz
Which sentence is the present perfect?
A
He lives here for ten years
B
He lived here for ten years
C
He has lived here for ten years
D
He is living here for ten years
Slide 34 - Quiz
Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has caught ten balls so far.
D
They worked all day yesterday.
Slide 35 - Quiz
Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They have not talked to him yet.
D
I didn't hear him come in.
Slide 36 - Quiz
Maak de present perfect:
He listens
Slide 37 - Question ouverte
Write down a sentence with the present perfect
Slide 38 - Question ouverte
Succes!
Slide 39 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Present Perfect
Juin 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Past Simple vs. Present Perfect
Juin 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Present Perfect
Octobre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Present Perfect
Janvier 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Present Perfect
Mai 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
7 juni
Mai 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Present Perfect
Septembre 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Present Perfect
Décembre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3