Woordraadstrategieën

Hoeveel woordraadstrategieën zijn er?
A
4
B
7
C
9
D
3
1 / 15
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoeveel woordraadstrategieën zijn er?
A
4
B
7
C
9
D
3

Slide 1 - Quiz

Een synoniem is:

Slide 2 - Question ouverte

Wat is een synoniem voor beduidend?
A
Onbeduidend
B
Belangrijk
C
Aanduiden
D
Onbelangrijk

Slide 3 - Quiz

Woordraadstrategie omschrijving:
De schrijver geeft al een omschrijving van het woord.

  • Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
  • Misofonie, mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen en harde muziek uit oordopjes.

Slide 4 - Diapositive


Wat het verschil tussen een definitie en een omschrijving?

Slide 5 - Question ouverte

VOORBEELD

Voorbeelden worden in teksten soms gebruikt om onbekende woorden uit te leggen.

Door een voorbeeld in een tekst weet je meteen wat de schrijver bedoeld.


Voorbeelden kunnen voor of na de onbekende woorden worden gebruikt.



Slide 6 - Diapositive

VOORBEELD - voorbeeld

Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:

bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.


Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.



Slide 7 - Diapositive

Woordraadstrategie tegenstelling vinden:
  • Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

  • Als je een onbekend woord tegenkomt, kun je soms de betekenis begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling staat.

  • Zoek je een tegenstelling? Let dan op de volgende woorden: maar, echter, toch, daarentegen.
Bijvoorbeeld:
Goedkoop - duur
begrijpelijk - onbegrijpelijk

Slide 8 - Diapositive

Tegenstellingen worden op verschillende manieren gemaakt. Noem 1 manier.

Slide 9 - Carte mentale

Woordraadstrategie bekend woorddeel:

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent. Zulke woorden noemen je samenstellingen. 

Bijvoorbeeld:

  • Lolbroek
  • Kletskous
  • Internetverslaafde

Slide 10 - Diapositive

VOORBEELD - voorbeeld

Voorbeelden kunnen ook te herkennen zijn aan

een dubbele punt (:)



Wij houden van buitensporten: varen, wandelen, bergbeklimmen en mountainbiken.



Slide 11 - Diapositive

Wat doe je als je precies leest?
A
Je bekijkt de titel van de tekst en leest het begin van de tekst.
B
Je leest de eerste en de laatste zinnen van de alinea's?
C
Je leest de tekst nauwkeurig van begin tot eind.
D
Je let op tussenkpojes en anderes gedrukte woorden.

Slide 12 - Quiz

Je kijkt in de inhoudsopgave van een tijdschrift waar je de roddels kan vinden. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Globaal
B
Zoekend
C
Precies
D
Oriënterend

Slide 13 - Quiz

Bank en zitplaats is een voorbeeld van een ...
A
Omschrijving
B
Voorbeeld
C
Tegenstelling
D
Synoniem

Slide 14 - Quiz

Je verdiept je niet in de details, maar spitst je oren als je iets belangrijks hoort. Welke luisterstrategie is dit?
A
Oriënterend luisteren
B
Precies luisteren
C
Globaal luisteren
D
Zoekend luisteren

Slide 15 - Quiz