2.2 Waar heb je recht op?

2.2 Waar heb je recht op?
probeer zoveel mogelijk vragen in 1 keer goed te beantwoorden!


1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.2 Waar heb je recht op?
probeer zoveel mogelijk vragen in 1 keer goed te beantwoorden!


Slide 1 - Diapositive

Hoe heet een product dat bij normaal gebruik lang genoeg meegaat?
A
Degelijk product
B
Deugdelijk product
C
Goed product
D
Normaal product

Slide 2 - Quiz

Een deugdelijk product is een product dat meestal binnen 2 weken kapot gaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Een winkelier mag alleen een deugdelijk product verkopen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Als consument heb ik altijd recht op ....
A
de beste prijs
B
een deugdelijk product
C
korting
D
geld terug

Slide 5 - Quiz

Wanneer geldt de colportagewet niet?
A
Verkoop aan de deur
B
Verkoopdemonstratie
C
Gekocht op internet
D
Thuisverkoop

Slide 6 - Quiz

Welke wet geldt bij aankopen via internet?
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Internetwet

Slide 7 - Quiz

De Colportagewet geldt bij producten met een minimale waarde van € .......
A
€ 5
B
€ 25
C
€ 50
D
€ 75

Slide 8 - Quiz

Welke wet gaat over verkoop aan de deur?
A
Colportagewet
B
Wet koop op afstand
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
de Warenwet

Slide 9 - Quiz

Welke wet is van toepassing als je iets via internet koopt?

A
Warenwet
B
Wet Koop op afstand
C
Colportagewet
D
Wet Productaansprakelijkheid

Slide 10 - Quiz

De NVWA controleert of men zich houdt aan de ...
A
Colportagewet.
B
Warenwet.
C
Wet koop of afstand.
D
Wet productaansprakelijkheid.

Slide 11 - Quiz

Welke wet beschermt de consument bij ongevraagde verkoop aan de deur?
A
Warenwet
B
Colportagewet
C
Wet koop op afstand
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 12 - Quiz

Als de nieuwe wasmachine lekt, dan moet de verkoper betalen voor de schade volgens de ...
A
Colportagewet.
B
deugdelijk product.
C
Warenwet.
D
Wet productaansprakelijkheid.

Slide 13 - Quiz

Jij koopt in de winkel bedorven voedsel. Met welke regel is dat in strijd?
A
Deugdelijk product
B
Garantie
C
Warenwet
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 14 - Quiz

De NVWA controleert of men zich houdt aan de ...
A
Colportagewet
B
Warenwet
C
Wet koop of afstand
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 15 - Quiz

Beschermd consumenten bij ongevraagde verkoop aan de deur of tijdens bijvoorbeeld een bootreis.
A
Warenwet
B
Colportage wet
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Wet koop op afstand

Slide 16 - Quiz

Stelt de fabrikant aansprakelijk voor eventuele gevolgschade bij een gebrekkig product.
A
Warenwet
B
Colportage wet
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Wet koop op afstand

Slide 17 - Quiz

Geldt als je iets koopt via internet, de telefoon of een bon uit een tijdschrift.
A
Warenwet
B
Colportage wet
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Wet koop op afstand

Slide 18 - Quiz

Verbiedt de verkoop van producten die een gevaar zijn voor je gezondheid of de veiligheid.
A
Warenwet
B
Colportage wet
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Wet koop op afstand

Slide 19 - Quiz

Welke wet schrijft voor dat de juiste productinformatie op de verpakking staat?
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Wet product- aansprakelijkheid

Slide 20 - Quiz

Wie controleert er of bedrijven zich wel houden aan de Warenwet?
A
De producenten
B
Het ministerie van volksgezondheid
C
Het voedingscentrum
D
De NVWA

Slide 21 - Quiz

Hoeveel dagen heeft men bedenktijd bij "koop op afstand"?
A
15
B
7
C
8
D
14

Slide 22 - Quiz

De wet koop op afstand beschermt mij als ik iets bij in de winkel om de hoek koop.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Janneke heeft via marktplaats 2e hands schoenen gekocht. Bij ontvangst blijken ze te klein. Janneke wil de schoenen terugsturen. Volgens welke wet mag zij dit doen?
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Geen van deze

Slide 24 - Quiz

Karel is tijdens een dagje uit aangesproken op straat en heeft zich laten overhalen een kookboek te kopen van 45 euro. Na 10 dagen bedenkt hij zich en wil hij van de koop afzien. Is dit mogelijk?
A
Ja dat mag volgens de colportagewet.
B
Nee dat mag niet, gewoon pech gehad.
C
Nee dat kan niet, hij had dat binnen 7 dagen moeten bedenken.
D
Nee dat mag niet, het bedrag moet dat hoger zijn dan 50 euro.

Slide 25 - Quiz

Dit was 2.2 nu aan hetwerk!
Veel fout => maak paragraaf 2.2 in je boek
Weinig fout => maak de herhalingsopdrachten opdrachten op pagina 58
Alles goed => maak de plusopdrachten op pagina 60
Klaar? maak de rekenopgaven op pagina 62 (t/m 10)

Slide 26 - Diapositive

Wat vond je van de les?

Slide 27 - Carte mentale