Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Goeiemorgen!
Slide 1 - Diapositive
H3 De bank en jouw geld
3.1 Hoe betaal je?
3.2 Waarvoor zou je sparen?
3.3 Geld lenen kost geld!
3.4 Nog meer bankzaken
Slide 2 - Diapositive
Vandaag
1. Uitleg §3.4 (deel 2)
2. Zelfstandig werken
3. Afronding/herhaling H3
4. Huiswerk bespreken 3.3
Slide 3 - Diapositive
Mededeling
Morgen de laatste les voor de toets!
Toets h3 = 14 februari
Slide 4 - Diapositive
Doelen vandaag
Je kunt uitleggen wat de rol van banken is in ons geldverkeer
Je kunt de voor- en nadelen benoemen van beleggen vergeleken met sparen
Je kunt uitleggen wat je met de wisselkoers van vreemde valuta kunt omrekenen
Je kunt berekenen hoeveel vreemd geld je voor een bedrag in euro's krijgt
Je kunt een bedrag in vreemd geld omrekenen naar euro's
Slide 5 - Diapositive
Wat zijn aandelen?
Slide 6 - Question ouverte
3.4 Nog meer bankzaken?
Beleggen
je steekt je geld in iets waarvan je verwacht dat het geld opbrengt
je wordt eigenaar van een deel van het bedrijf
je loopt het risico dat je belegging minder waard wordt
beter om te beleggen met geld waarvan het niet erg is als je het zou verliezen
Slide 7 - Diapositive
Hoe verdien je geld met aandelen?
Slide 8 - Question ouverte
3.4 Nog meer bankzaken?
gaat het goed met het bedrijf -> waarde van je aandelen stijgt
gaat het minder goed met het bedrijf -> waarde van je aandelen daalt
een bank kan je adviseren, hiervoor betaal je de bank een vergoeding
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Beleggen vs Sparen
Sparen
Beleggen
Zekerheid dat je je inleg terug krijgt
Onzekerheid over terugkrijgen inleg
Vaste rente
Onvoorspelbare rente
Levert altijd iets op
Kan ook geld kosten
Vaak hoger rendement
Slide 11 - Diapositive
Overzicht
Opbrengst aandelen:
Dividend, koersstijging (waardestijging) van een deel
Rendement obligaties:
Rente
Rendement
Opbrengst (= winst)
Rendement spaarrekening:
Rente
Slide 12 - Diapositive
Valuta
Eurozone: alle landen die met de euro betalen
Vreemde valuta: de geldsoort van landen buiten de eurozone
Totaal 27 landen
Blauw = €
Donkergrijs = vreemde valuta
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
De wisselkoers is € 1 = $ 1,20 (=aankoopkoers). Hoeveel dollar krijg je met € 367?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Wisselkoers €1 = $1,22 (= verkoopkoers) Je bent 2 jaar geleden op vakantie geweest naar Amerika Je vindt in je koffer nog $250 Bereken hoeveel € je nu nog terug krijgt aan de hand van de bovenstaande wisselkoers
Slide 20 - Question ouverte
Opgaven
opgave 9 + 10 van paragraaf 3.4
herhalingsopdrachten 3.4 (p. 89)
Slide 21 - Diapositive
Opgaven
herhalingsopdrachten 3.4 (p. 89)
Klaar?
Door met de plusopdrachten of rekenopgaven van 3.4
Slide 22 - Diapositive
Huiswerk bespreken
8 t/m 13 van paragraaf 3.3
Slide 23 - Diapositive
Doelen vandaag
Je kunt uitleggen wat de rol van banken is in ons geldverkeer
Je kunt de voor- en nadelen benoemen van beleggen vergeleken met sparen
Je kunt uitleggen wat je met de wisselkoers van vreemde valuta kunt omrekenen
Je kunt berekenen hoeveel vreemd geld je voor een bedrag in euro's krijgt
Je kunt een bedrag in vreemd geld omrekenen naar euro's
Slide 24 - Diapositive
Met beleggen kun je geld verliezen
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quiz
De landen waar je met de euro kunt betalen vormen samen de eurozone.
A
Onjuist
B
Juist
Slide 26 - Quiz
Kosten die de bank berekend voor het omwisselen van geld noem je
A
wisselkoers
B
aandelen
C
provisie
D
opslag
Slide 27 - Quiz
In alle landen van Europa kun je met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Wat geeft de wisselkoers aan?
A
hoeveel 1 EURO waard is in vreemde valuta
B
hoeveel 1 EURO waard is in de Eurozone
C
Als je vreemde valuta verkoopt krijg je de lage wisselkoers
D
Als je vreemde valuta koopt krijg je hoge wisselkoers
Slide 29 - Quiz
De wisselkoers van 1 euro is wisselkoers kopen: $1,30 Wisselkoers verkopen: 1,28 Hoeveel krijg je voor 300 euro?