Les 2 argumentatie

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Doel + programma

• Huiswerk bespreken (opdracht 3)
• Herhaling argumentatieschema's 
• Instructie boekopdracht 2
• Afsluiten met huiswerk

Doel: Jullie kunnen verschillende soorten argumentatie herkennen.

Bijspijkerlessen 

Wanneer?  Maandag 11 januari van 15.00 tot 15.40.

Waarom? Extra oefenen/uitleg over onderdelen die op de toets komen.  

Vooral handig als je veel lessen hebt gemist of het lastig vindt!!

Hoe? Berichtje in Teams sturen naar mij (mevr. Lameris), dan wordt je in de Teamsgroep gezet en kan je maandag meedoen.

Huiswerk bespreken: opdracht 3 | bladzijde 183

1. Overtuigen
2. A. Een advies waar men zeker van is. B. een fel advies. C. onderbouwd. 
3. E.a.
4. A. Kinderen zijn beter af in een gezin. B. Opgroeien in een tehuis is schadelijk voor kinderen. C. Feitelijke argumenten (bewijs uit studies)
5. A. Interlandelijke adoptie is de enige kinderwaardige optie. B. Het is een bewezen effectieve maatregel. C. Feitelijk argument
6. Door middel van een signaalwoord, 'maar' geeft een tegenstelling aan.

Huiswerk bespreken: opdracht 3 | bladzijde 183

7. Het is een vergelijkingsargument: kinderen die achterblijven in een tehuis worden vergeleken met kinderen uit interlandelijke adoptie.

8. Ze bedoelen dat men de kleine groep die achterblijft in ontwikkeling niet als voorbeeld moet nemen.

9.A. 'Verwaarlozing en mishandeling ... doet verminderen.' (r. 27). B. Feitelijk

10. A. Kinderen zijn beter af in een gezin + want een tehuis is schadelijk.

            Interlandelijke adoptie is effectief + want deze kinderen ontwikkelen                   zich sneller. 

            Verwaarlozing in tehuizen zorgt juist voor problemen met gehechtheid

Argumentatieschema's | blz. 180

1. Enkelvoudige argumentatie: de schrijver noemt zijn standpunt en daarbij maar 1 argument wat uitgelegd wordt.
2. Nevenschikkende argumentatie: de schrijver noemt zijn standpunt en daarbij meerdere argumenten die evenveel waarde hebben en los staan.
3. Onderschikkende argumentatie: de schrijver noemt zijn standpunt, een hoofdargument met meerdere subargumenten daarbij.
4. Combinatie van beide: in de tekst worden bij het standpunt argumenten gegeven die los staan van elkaar maar er worden ook subargumenten gebruikt.

Met welke soort argumentatie heb je te maken in tekst 6? (10b)

Boekopdracht 2 instructie

Huiswerk voor vrijdag

Maak opdracht 4 van Lezen blok 3: vraag 1 t/m 8.

Bladzijde 133

Wat is het verschil tussen nevenschikkende en onderschikkende argumentatie?