SO 1.1 t/m 2.2

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

1a. Een verschil tussen werk en hobby is dat werk betaald is en een hobby meestal onbetaald. Welke twee verschillen zijn er nog meer?

1b. Geef de betekenis van het begrip 'werk':

2a. Noem drie capaciteiten die je nodig hebt voor het beroep taxichauffeur.

2b. Geef de betekenis van het begrip 'capaciteiten':

3a. Noem drie vragen die je zou kunnen stellen om achter de arbeidsinhoud te komen.

3b. Geef de betekenis van het begrip 'arbeidsinhoud':

4a. Witwerken en zwartwerken kent voor- en nadelen.

Noem een voordeel van witwerk

4a. Witwerken en zwartwerken kent voor- en nadelen.

Noem een nadeel van witwerk

4a. Witwerken en zwartwerken kent voor- en nadelen.

Noem een voordeel van zwartwerk

4a. Witwerken en zwartwerken kent voor- en nadelen.

Noem een nadeel van zwartwerk

4b. Geef de betekenis van het begrip 'zwartwerk':

5. Waarom willen de meeste mensen werken?

Gebruik in je antwoord ten minste twee basisbehoeften van Maslow.

6a. Wat zijn de arbeidsomstandigheden van een nagelstyliste? Noem tenminste drie dingen.

6b. Geef de betekenis van het begrip 'arbeidsomstandigheden':

7a. In welke drie onderdelen is de Arbowet verdeeld?

7b. Geef de betekenis van het begrip 'Arbowet':

8a. Wat staat er in de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO)?

8b. Geef de betekenis van het begrip 'CAO':
(Let op je: hoeft niet uit te leggen waar de letters voor staan.)

9. Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?

10. Op welke twee manieren kan een arbeidsovereenkomst worden beëindigd? Leg je antwoord uit.