LES 2 GESPREKKEN VOEREN - TAAK 2 EEN ZAKELIJK GESPREK VOEREN

Nederlands
TAAK 2
GESPREKKEN VOEREN

EEN ZAKELIJK GESPREK VOEREN
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
TAAK 2
GESPREKKEN VOEREN

EEN ZAKELIJK GESPREK VOEREN

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
  • maak je in week van 13 april t/m 17 april.
  • staat gelijk aan 4 lesuren Nederlands.
  • wordt gecontroleert door je docent. Deze kan in de app precies zien wanneer je wat hebt gemaakt.



Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
We gaan starten met de voorbereiding op het examen Gesprekken Voeren

Na deze les:

  • weet je hoe je een zakelijk gesprek moet voorbereiden
  • weet je hoe een zakelijk gesprek is opgebouwt 
  • weet je hoe je een zakelijk gesprek kan opstarten

Slide 3 - Diapositive

Oriënteren

We gaan nu aan de slag met een aantal oriënterende opdrachten. Je hebt voor deze opdrachten nog geen uitleg nodig. Je gaat onderzoeken welke kennis je al hebt over het onderwerp een zakelijk gesprek voeren.

Slide 4 - Diapositive

1. Bedenk een situatie waarin je een zakelijk gesprek hebt gevoerd. Wat wilde je bereiken met dit gesprek?

Slide 5 - Question ouverte

2. Met welke instantie, welk bedrijf of welke afdeling voerde je het gesprek?

Slide 6 - Question ouverte

3. Hoe heb je je voorbereidt op dit gesprek?

Slide 7 - Question ouverte

4. Hoe is dit gesprek uiteindelijk verlopen?

Slide 8 - Question ouverte

5. Wat vond je moeilijk aan het voeren van dit gesprek?

Slide 9 - Question ouverte

0

Slide 10 - Vidéo

6. Je hebt zojuist een fragment bekeken over tips voor een zakelijk gesprek.
Aan welke (gespreksvaardigheden) zou jij nog willen werken?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Opdracht

In de volgende opdracht bereid je op basis van twee situaties twee zakelijke gesprekken voor.

Slide 18 - Diapositive

Situatie 1

Je hebt je tas in de bus laten liggen. Je belt de busmaatschappij.

Slide 19 - Diapositive

1. Met welke afdeling van de busmaatschappij moet je contact opnemen?

Slide 20 - Question ouverte

2. Wat wil je met het gesprek bereiken?

Slide 21 - Question ouverte

3. Schrijf op hoe je aan het begin van het gesprek duidelijk kunt maken waarom je belt.

Slide 22 - Question ouverte

4. Welke informatie moet je verder nog geven?

Slide 23 - Question ouverte

Situatie 2

Je hebt een trui besteld bij een webshop, maar de trui is nooit bezorgd, terwijl je wel een verzendbevestiging hebt gekregen. Je belt de bezorgdienst.

Slide 24 - Diapositive

1. Wat wil je met het gesprek bereiken?

Slide 25 - Question ouverte

2. Schrijf op hoe je aan het begin van het gesprek duidelijk kunt maken waarom je belt.

Slide 26 - Question ouverte

3. Welke informatie moet je verder nog geven?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Lees de casus en maak de vragen

Je hebt 7 maart jongstleden sneakers besteld bij de Bijenkorf. Toen je de sneakers bestelde, stond er dat ze bezorgd zouden worden binnen vijf werkdagen. 
Inmiddels is het 20 maart en je hebt de schoenen nog steeds niet binnen. Je besluit met de klantenservice te bellen.

Slide 33 - Diapositive

1. Hoe ga je het gesprek voorbereiden?

Slide 34 - Question ouverte

2. Wat wil je bereiken met dit gesprek?

Slide 35 - Question ouverte

3. Wie moet je spreken om je doel te bereiken?

Slide 36 - Question ouverte

4. Wat moet je zeggen om je doel te bereiken? Schrijf ook de eerste zin op die je wilt zeggen.

Slide 37 - Question ouverte

Wat weet je nu over het voeren van een zakelijk gesprek?

Slide 38 - Carte mentale

Heb je nog tips, vragen of verbeterpunten. Schrijf ze hier op!

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Diapositive